NJF 2005, 208
Procesrecht. Gijzeling weigerachtige getuige. In het kader van een voorlopig getuigenverhoor in een mogelijk aanhangig te maken zaak tegen een nog onbekende wederpartij weigert X, die van N.N. een wapen had gekocht, de naam van N.N., collega van X, te noemen. De plicht tot getuigen is in het algemeen belang in de wet verankerd. De weigerachtige getuige kan tot een verklaring worden gebracht d.m.v. een door de rechter te bevelen gijzeling of d.m.v. een door de rechter op te leggen dwangsom in het kader van een procedure o.g.v. een onrechtmatig nalaten.
Hof Amsterdam 24-03-2005, ECLI:NL:GHAMS:2005:AT7501
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
24 maart 2005
- Magistraten
Mrs. R.J.M. Smit, G.J. Visser, E.J. Rotshuizen
- Zaaknummer
834/04
- LJN
AT7501
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2005:AT7501, Uitspraak, Hof Amsterdam, 24‑03‑2005
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Gijzeling weigerachtige getuige.
In het kader van een voorlopig getuigenverhoor in een mogelijk aanhangig te maken zaak tegen een nog onbekende wederpartij (‘N.N.’) weigert X, werknemer van ING, die van N.N. een wapen had gekocht, de naam van N.N., collega van X, te noemen. De plicht tot getuigen is in het algemeen belang in de wet verankerd. De weigerachtige getuige kan (uiteindelijk) tot een verklaring worden gebracht door middel van een door de rechter te bevelen gijzeling of door middel van een door de rechter op te leggen dwangsom in het kader van een procedure op grond van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.