RFR 2005, 37
Gezag en omgang. Onder welke omstandigheden is gezagswijziging als dwangmiddel tot naleving van een omgangsregeling mogelijk?
Hof Amsterdam 27-01-2005, ECLI:NL:GHAMS:2005:AS6020
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
27 januari 2005
- Magistraten
Mrs. M. Wigleven, G.J. Driessen-Poortvliet, J.E. Doek
- Zaaknummer
1330/04
- LJN
AS6020
- JCDI
JCDI:ADS125401:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2005:AS6020, Uitspraak, Hof Amsterdam, 27‑01‑2005
- Wetingang
BW art. 1:253c; BW art. 1:377a
Essentie
Onder welke omstandigheden is gezagswijziging als dwangmiddel tot naleving van een omgangsregeling mogelijk?
Samenvatting
Uit de affectieve relatie van partijen is in 1999 een kind geboren. De vader heeft het kind erkend. Na de verbreking van de relatie in 2002 heeft het kind haar hoofdverblijfplaats bij de moeder. Partijen hebben nimmer gezamenlijk het gezag uitgeoefend. De moeder heeft van rechtswege het gezag. Als de moeder eind 2002 seksueel misbruik door de vader vermoedt, zet zij de omgangsregeling stop. De aangifte door de moeder is geëindigd in een sepot. Na jeugdpsychiatrisch onderzoek van het kind, een bemiddelingspoging tussen de ouders ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.