RFR 2004, 6
Kinderontvoering. Is de uitspraak van de Israëlische rechter dat sprake is van kinderontvoering in de zin van het HKOV beslissend voor de Nederlandse rechter?
Hof Amsterdam 29-07-2004, ECLI:NL:GHAMS:2004:AQ5980
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
29 juli 2004
- Magistraten
Mrs. M.E. van Zandwijk-Hillebrands, G.J. Driessen-Poortvliet, J.G. Gräler
- Zaaknummer
748/04
- LJN
AQ5980
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2004:AQ5980, Uitspraak, Hof Amsterdam, 29‑07‑2004
- Wetingang
Essentie
Is de uitspraak van de Israëlische rechter dat sprake is van kinderontvoering in de zin van het HKOV beslissend voor de Nederlandse rechter?
Samenvatting
Een vrouw (van Nederlandse en Israëlische nationaliteit) en een man (Israëlische nationaliteit) zijn in 1997 in Israël gehuwd. Uit hun huwelijk is in 1998 een kind geboren. Het huwelijk is in 2002 ontbonden. Tussen partijen is een echtscheidingsconvenant opgemaakt, dat door hen is ondertekend en is geaccordeerd door een Israëlische rechtbank. In dit convenant is o.m. bepaald dat het kind onder het gezag van de moeder zal blijven tot de leeftijd van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.