NJF 2004, 577
Beslagrecht. Vordering opheffing beslag nadat vordering beslaglegger in de bodemprocedure is afgewezen en hangende hoger beroep in die bodemprocedure. Vonnis is wel belangrijk gezichtspunt, maar daarmee is nog niet de vraag beantwoord of summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht.
Hof Amsterdam 08-07-2004, ECLI:NL:GHAMS:2004:AR6250
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
8 juli 2004
- Magistraten
mrs. C.A. Streefkerk, R.J.F. Thiessen, J.H. Huijzer
- Zaaknummer
383/04SKG
- LJN
AR6250
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2004:AR6250, Uitspraak, Hof Amsterdam, 08‑07‑2004
- Wetingang
Rv art. 705
Essentie
Beslagrecht. Vordering opheffing beslag nadat vordering beslaglegger in de bodemprocedure is afgewezen en hangende hoger beroep in die bodemprocedure. Vonnis is wel belangrijk gezichtspunt, maar daarmee is nog niet de vraag beantwoord of summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht.
Partij(en)
E. Groeneveld, te Dublin (Ierland), appellante, proc. mr. G.W. Kernkamp,
tegen
Belgrave Estates B.V., te Maarssen, geïntimeerde, proc. mr. P.W.L. Russell.
Uitspraak
(Post alia:)
4. Beoordeling
4.1
Het gaat in deze zaak om het volgende. Groeneveld en Harders waren ieder voor de onverdeelde helft rechthebbende op het recht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.