NJ 2002, 503
Terugwerkende kracht verrekening van vordering tot betaling waarvan schuldenaar bij eerdere rechterlijke uitspraak is veroordeeld; redelijkheid en billijkheid; ratio art. 6:129 BW.
Hof Amsterdam 10-01-2002, ECLI:NL:GHAMS:2002:AF0487
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
10 januari 2002
- Magistraten
Hermans, Van der Reep, Gerritzen-Gunst
- Zaaknummer
704/95
- LJN
AF0487
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2002:AF0487, Uitspraak, Hof Amsterdam, 10‑01‑2002
- Wetingang
BW art. 6:129 lid 1; BW art. 6:136
Essentie
Terugwerkende kracht verrekening van vordering tot betaling waarvan schuldenaar bij eerdere rechterlijke uitspraak is veroordeeld; redelijkheid en billijkheid; ratio art. 6:129 BW.
Samenvatting
Principaal appellante M (de weduwe van A) is bij arrest van het hof van 13 april 1995 veroordeeld tot betaling aan principaal geïntimeerden V c.s. (de erfgenamen van A, alsmede hun bewindvoerder) van ƒ 144.143,93, vermeerderd met de wettelijke rente v.a. 21 maart 1985 (de dag van de dagvaarding in die procedure). Appellante wil die vordering nominaal verrekenen met haar vordering op geïntimeerden die in de onderhavige procedure aan de orde is. Bij tussenarrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.