Prg. 2003, 6045
Bij het oordeel of sprake is van gebruik van woonruimte voor korte duur dient niet zo zeer naar de feitelijke duur van huurovereenkomst te worden gekeken maar vooral naar hetgeen partijen voor ogen stond bij het aangaan van de overeenkomst.
Hof Amsterdam 25-10-2001, ECLI:NL:GHAMS:2001:AJ3677, m.nt. P. Abas
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
25 oktober 2001
- Magistraten
Van Schendel, Van Zandwijk-Hillebrands, De Bruin
- Zaaknummer
310/01SKG
- Noot
P. Abas
- LJN
AJ3677
- JCDI
JCDI:ADS873091:1
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2001:AJ3677, Uitspraak, Hof Amsterdam, 25‑10‑2001
- Wetingang
Essentie
Bij het oordeel of sprake is van gebruik van woonruimte voor korte duur dient niet zo zeer naar de feitelijke duur van huurovereenkomst te worden gekeken maar vooral naar hetgeen partijen voor ogen stond bij het aangaan van de overeenkomst.
Samenvatting
Nadat verhuurster bij de president in kort geding tevergeefs heeft gevorderd, dat haar jongvolwassen huurders op grond van hun door opzegging geëindigde huurovereenkomst worden veroordeeld tot ontruiming, gaat zij bij het hof in hoger beroep. Verhuurster betoogt dat huurders geen recht op huurbescherming toekomt omdat het zou gaan om gebruik van woonruimte dat naar zijn aard van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.