BIE 2002, 80
Hof Amsterdam, 13-09-2001: Maglite
Hof Amsterdam 13-09-2001, ECLI:NL:GHAMS:2001:AM2787 (Maglite)
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
13 september 2001
- Magistraten
A. Rutten-Roos, M.A. Goslings, B.M. Vroom-Cramer
- Zaaknummer
[2001-09-13/BIE_1011233]
- LJN
AM2787
- Roepnaam
Maglite
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2001:AM2787, Uitspraak, Hof Amsterdam, 13‑09‑2001
- Wetingang
Berner Conventie voor auteursrecht art. 2 lid 7; Rv art. 177; Berner Conventie voor auteursrecht art. 5 lid 4; Berner Conventie voor auteursrecht art. 5 lid 2; Berner Conventie voor auteursrecht art. 4; BMW art. 1 lid 2; BMW art. 1 lid 1; BMW art. 13A lid 1 onder b; BMW art. 13A lid 1; BW art. 6:162; BTMW art. 14 lid 8
Essentie
Mag Instruments Incorporated/Buzaglo (het gaat bij reciprociteitsregel om de bescherming van het concrete werk; ingevolge art. 5, lid 2 BC is het genot en de uitoefening van de rechten uit de BC aan geen enkele formaliteit onderworpen; uitleg van art. 4 BC; de vormmerken zijn niet nietig op grond van de omstandigheid dat de gedeponeerde vorm de wezenlijke waarde van de waar beïnvloedt; verwarringsgevaar groter naarmate onderscheidende kracht sterker is; merk Mag onderscheidend vermogen; merkinbreuk; geen slaafse nabootsing).
Samenvatting
Art. 2, lid 7 Berner Conventie
(Eindarrest) Anders dan de rechtbank is het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.