NJ 1997, 707
Royement zaak op de rol
Hof Amsterdam 30-03-1995, ECLI:NL:GHAMS:1995:AD7163
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
30 maart 1995
- Magistraten
Cremers, Van Hartingsveldt, Goes
- Zaaknummer
119/90
- LJN
AD7163
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1995:AD7163, Uitspraak, Hof Amsterdam, 30‑03‑1995
- Wetingang
Regl. I ex art. 19 RO art. 42
Essentie
Royement van de zaak op de rol.
Samenvatting
Voor de vraag of de appellant na royement mag voortprocederen, is beslissend de wederzijdse kenbare bedoeling van de partijen, die aan het royement ten grondslag lag. In dit geval was deze: definitieve beëindiging van de zaak.
Partij(en)
N.V. Nederlandse Liquidatiekas, te Amsterdam, appellante, proc. mr. G.C.L. van Leeuwen, adv. mr. M.H. de Lange te Amsterdam,
tegen
A. Nusselder, te Swifterbant, gemeente Dronten, geïntimeerde, proc. mr. H.C. den Hollander, adv. mr. A.A. den Hollander te Middelharnis.
Uitspraak
(…)
2. Vaststaande feiten in het incident
Op grond van de door partijen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.