NJ 1995, 32
Volstorting aandelen in besloten vennootschap / bewijslast
Hof Amsterdam 10-03-1994, ECLI:NL:GHAMS:1994:AC1358 (Abma/Kooy,Drecomar)
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
10 maart 1994
- Magistraten
Frijda, Kop, Peeperkorn
- Zaaknummer
[1994-03-10/NJ_67143]
- LJN
AC1358
- Roepnaam
Abma/Kooy
Drecomar
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Burgerlijk procesrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1994:AC1358, Uitspraak, Hof Amsterdam, 10‑03‑1994
- Wetingang
BW art. 2:191; Rv (oud) art. 177
Essentie
Volstorting van aandelen in besloten vennootschap. Bewijslast.
Samenvatting
Omstandigheden op grond waarvan niet de curator in het faillissement van de BV, maar degene die bijna tien jaar na de oprichting van die vennootschap de aandelen heeft gekocht, de bewijslast draagt van voldoening van de oprichters aan de verplichting tot volstorting.
Partij(en)
Mr. H.P. Abma, te Monnickendam, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Drecomar Engineering & Trading B.V., te 's‑Gravenhage, appellant, proc. mr. E.W. van den Brink,
tegen
J. Kooy, te Den Dolder, gemeente Zeist, geïntimeerde, proc. mr. Ph.A.J. Raaymakers.
Uitspraak
(…)
5.2
Ter beantwoording ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.