NJ 1990, 358
Hof Amsterdam, 11-05-1989
Hof Amsterdam 11-05-1989, ECLI:NL:GHAMS:1989:AC2006
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
11 mei 1989
- Magistraten
Veger, Aaftink, Verspyck Mijnssen
- Zaaknummer
[1989-05-11/NJ_64650]
- LJN
AC2006
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1989:AC2006, Uitspraak, Hof Amsterdam, 11‑05‑1989
- Wetingang
Rv (oud) art. 281
Essentie
Verval van instantie.
Samenvatting
Nadat de zaak naar de rol is verwezen voor het nemen van een memorie van grieven, is telkens uitstel gevraagd. Daaruit kan worden afgeleid dat appellant de zaak wil blijven vervolgen. Er is sprake van ‘behoorlijke proces-akten’ in de zin van art. 281 Rv die een vervallenverklaring van de instantie beletten.
Partij(en)
J.F. Verheul, te Amsterdam, appellant, verweerder in het incident, proc. Mr. J.B. Schotanus a Steringa Idzerda,
tegen
H. Banck, te Purmerend, geintimeerde, eiseres in het incident, proc. Mr. H. Uhlenbroek.
Uitspraak
J.F. Verheul, te Amsterdam, appellant, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.