NJ 1989, 91
Hof Amsterdam, 04-02-1988
Hof Amsterdam 04-02-1988, ECLI:NL:GHAMS:1988:AB8659
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
4 februari 1988
- Magistraten
Spreij, Gerritsma, Rutten-Roos
- Zaaknummer
[1988-02-04/NJ_63811]
- LJN
AB8659
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1988:AB8659, Uitspraak, Hof Amsterdam, 04‑02‑1988
- Wetingang
Fw art. 160; Rv (oud) art. 741
Essentie
Een derde-beslagene, die ondanks het beslag aan de beslagdebiteur heeft betaald, moet art. 160 Fw tegen zich laten gelden.
Partij(en)
Mr. W.J. van Aalst, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Rumitrede BV, appellant, proc. Mr. W.J. van Aalst,
tegen
Butler Cox BV, te Amsterdam, geintimeerde, proc. Mr. T.M. Kolle.
Uitspraak
Mr. W.J. van Aalst, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Rumitrede BV, appellant, proc. Mr. W.J. van Aalst,
tegen:
Butler Cox BV, te Amsterdam, geintimeerde, proc. Mr. T.M. Kolle.
In grief I en door de vermeerdering van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.