NJ 1985, 432
Hof Amsterdam, 05-07-1984
Hof Amsterdam 05-07-1984, ECLI:NL:GHAMS:1984:AB9129
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
5 juli 1984
- Magistraten
Willems, Mijnssen, Schut
- Zaaknummer
[1984-07-05/NJ_61198]
- LJN
AB9129
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1984:AB9129, Uitspraak, Hof Amsterdam, 05‑07‑1984
- Wetingang
BW art. 1932; BW art. 1933; BW art. 1934; BW art. 1935; BW art. 1936; BW art. 1937; BW art. 1938; BW art. 1939; BW art. 1940; BW art. 1941; BW art. 1942; BW art. 1943; BW art. 1944; BW art. 1945; BW art. 1946; BW art. 1947; BW art. 1948; BW art. 1949; BW art. 1950; BW art. 1951; Rv (oud) art. 199; Rv (oud) art. 876; Rv (oud) art. 877; Rv (oud) art. 878; Rv (oud) art. 879; Rv (oud) art. 880; Rv (oud) art. 881
Essentie
‘Daadzaken’ in voorlopig getuigenverhoor.
Samenvatting
Getuige in voorlopig getuigenverhoor mag weigeren te verklaren indien verzoeker hem wenst te horen om inlichtingen te verkrijgen die van belang kunnen zijn voor een procedure tegen hem of een met hem te vereenzelvigen rechtspersoon. Daarvan is i.c. geen sprake. Verzoeker is slechts geinteresseerd in de identiteit van de fabrikant of importeur van de artikelen die inbreuk maken op zijn merk- of auteursrecht en niet in de identiteit van de rechtspersoon die hij slechts als distributeur beschouwt.
Een voorlopig getuigenverhoor is niet beperkt tot ‘daadzaken waarover pp. het niet eens zijn’; het mag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.