NJ 1972, 280
Hof Amsterdam, 21-01-1972
Hof Amsterdam 21-01-1972, ECLI:NL:GHAMS:1972:AB5451
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
21 januari 1972
- Magistraten
Kamminga, Royer, De Winter
- Zaaknummer
[1972-01-21/NJ_53652]
- LJN
AB5451
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1972:AB5451, Uitspraak, Hof Amsterdam, 21‑01‑1972
- Wetingang
Wet AB art. 1; Wet AB art. 2; Wet AB art. 3; Wet AB art. 4; Wet AB art. 5; Wet AB art. 6; Wet AB art. 7; Wet AB art. 8; Wet AB art. 9; Wet AB art. 10; Wet AB art. 11; Wet AB art. 12; Wet AB art. 13; Wet AB art. 14; K art. 284
Essentie
Subrogatie in internationaal privaatrecht. Vervolg op NJ 1970, no. 394.
Samenvatting
omstandigheid dat de door een onrechtmatige daad benadeelde zijn woonplaats of het centrum van zijn activiteit in een ander land heeft dan in het land waar het feit heeft plaatsgevonden, is onvoldoende om aan te nemen dat de gevolgen van het feit overwegend tot de rechtssfeer van dat andere land behoren.
Het in art. 17, lid 1, ontwerp EW bepaalde is niet te beschouwen als een ongeschreven regel van Nederlands internationaal privaatrecht. De vraag of geintimeerde is getreden in de rechten van de oorspronkelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.