NJ 1971, 190
Hof Amsterdam, 05-11-1970
Hof Amsterdam 05-11-1970, ECLI:NL:GHAMS:1970:AB7082
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
5 november 1970
- Magistraten
Bolkestein, Van Veen, De Kanter
- Zaaknummer
[1970-11-05/NJ_53064]
- LJN
AB7082
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1970:AB7082, Uitspraak, Hof Amsterdam, 05‑11‑1970
- Wetingang
BW art. 1:97; Rv (oud) art. 611a; Rv (oud) art. 611b
Samenvatting
Wanneer de man verhindert, dat door een derde aan de vrouw verschuldigde geldsbedragen onder bestuur van de vrouw komen doordat hij ze onrechtmatiglijk incasseert, kan hij de vordering van de vrouw de bedragen te harer beschikking te stellen niet afweren met het betoog, dat de geinde bedragen als vervangbare zaken hun identiteit hebben verloren en geen voorwerp van bestuur kunnen zijn van een andere van de echtgenoten dan die ze heeft ontvangen. De vervangbaarheid van geld, die ertoe heeft geleid dat de geincasseerde penningen door vermenging met de overige gelden van de gemeenschap hun zelfstandigheid hebben verloren, belet immers ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.