NJ 1971, 154
Hof Amsterdam, 09-01-1970
Hof Amsterdam 09-01-1970, ECLI:NL:GHAMS:1970:AC0676
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
9 januari 1970
- Magistraten
Mijnssen, Winkel, Thone
- Zaaknummer
[1970-01-09/NJ_53028]
- LJN
AC0676
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1970:AC0676, Uitspraak, Hof Amsterdam, 09‑01‑1970
- Wetingang
BW art. 668; BW art. 1401; Wet AB art. 1; Wet AB art. 2; Wet AB art. 3; Wet AB art. 4; Wet AB art. 5; Wet AB art. 6; Wet AB art. 7; Wet AB art. 8; Wet AB art. 9; Wet AB art. 10; Wet AB art. 11; Wet AB art. 12; Wet AB art. 13; Wet AB art. 14
Essentie
Cessie in Duitsland van een vordering wegens in Nederland gepleegde onrechtmatige daad.
Samenvatting
Deze cessie is naar Duits recht geldig, doch naar Nederlands recht was de vordering teloor gegaan. De wet die een verbintenis, beheerst (in casu de Nederlandse wet) bepaalt of deze voor overgang vatbaar is en welke vereisten voor een overgang gesteld worden, met dien verstande dat bij een overgang, die zonder medewerking van de schuldenaar tot stand komt, de voorschriften die de Wet van zijn woonplaats in zijn belang of in dat van derden heeft vastgesteld, mede in acht moeten worden genomen.
Zie Mr. H.U. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.