Hof Amsterdam, 31-10-1969

De verplichting tot volstorting van aandelen in een naamloze vennootschap ligt ook op degene die de aandelen heeft gekocht en ontvangen, zich tegenover de naamloze vennootschap als aandeelhouder gedraagt en het vertrouwen wekt dat hij zich aansprakelijk stelt voor het op de aandelen rustende obligo. Hij kan zich niet beroepen op aan de overdracht van de aandelen klevende formele gebreken, welke bestaan in het niet in acht nemen van de door de wet aan die overdracht gestelde vereisten, in het belang van derden — schuldeisers van de naamloze vennootschap — voorgeschreven. Vergelijk Rechtbank Amsterdam, 18 juni 1930, W.12205, en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.Verder lezen?