Hof Amsterdam (OK), 17-01-2007, nr. 15/2007 OK
ECLI:NL:GHAMS:2007:AZ6440
- Instantie
Hof Amsterdam (OK)
- Datum
17-01-2007
- Zaaknummer
15/2007 OK
- LJN
AZ6440
- Roepnaam
Stork
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2007:AZ6440, Uitspraak, Hof Amsterdam (OK), 17‑01‑2007; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Wetingang
- Vindplaatsen
JOR 2007/42 met annotatie van mr. J.M. Blanco Fernández
JIN 2007/71
Ars Aequi AA20070346 met annotatie van M.J.G.C. Raaijmakers
Ondernemingsrecht 2007, 53 met annotatie van A.F.J.A. Leijten
SR 2007, 42 met annotatie van R.H. van het Kaar
JRV 2007, 133
JOR 2007/42 met annotatie van mr. J.M. Blanco Fernández
Uitspraak 17‑01‑2007
Inhoudsindicatie
Uitspraak Ondernemingskamer inzake Stork NV
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING van 17 januari 2007 in de zaak met rekestnummer 15/2007 OK van
1. de rechtspersoon naar het recht van de Kaaiman Eilanden
CENTAURUS ALPHA MASTER FUND LIMITED,
gevestigd te Georgetown, Kaaiman Eilanden,
2. de rechtspersoon naar het recht van Bermuda
GREENWAY MANAGED ACCOUNT SERIES LIMITED-PORTFOLIO E,
gevestigd te Pembroke, Bermuda,
3. de rechtspersoon naar het recht van de Kaaiman Eilanden,
PAULSON ADVANTAGE LTD,
gevestigd te Georgetown, Kaaiman Eilanden,
4. de rechtspersoon naar het recht van de staat Delaware, Verenigde Staten van Amerika,
PAULSON ADVANTAGE PLUS LP,
gevestigd te New York, New York, Verenigde Staten van Amerika,
5. de rechtspersoon naar het recht van de staat Delaware, Verenigde Staten van Amerika,
PAULSON ADVANTAGE LP,
gevestigd te New York, New York, Verenigde Staten van Amerika,
6. de rechtspersoon naar het recht van de Kaaiman Eilanden,
PAULSON ADVANTAGE PLUS LTD,
gevestigd te Georgetown, Kaaiman Eilanden,
7. de rechtspersoon naar het recht van de staat Delaware, Verenigde Staten van Amerika,
PAULSON PARTNERS ENHANCED LP,
gevestigd te New York, New York, Verenigde Staten van Amerika,
8. de rechtspersoon naar het recht van de staat Delaware, Verenigde Staten van Amerika,
PAULSON PARTNERS LP,
gevestigd te New York, New York, Verenigde Staten van Amerika,
9. de rechtspersoon naar het recht van de Kaaiman Eilanden,
PAULSON INTERNATIONAL LTD,
gevestigd te Georgetown, Kaaiman Eilanden,
10. de rechtspersoon naar het recht van de Kaaiman Eilanden,
PAULSON ENHANCED LTD,
gevestigd te Georgetown, Kaaiman Eilanden,
11. de rechtspersoon naar het recht van de staat Delaware, Verenigde Staten van Amerika,
PAULSON & CO. INC.,
gevestigd te New York, New York, Verenigde Staten van Amerika,
VERZOEKERS,
advocaten: MR. J.W. VAN DER STAAY en MR. D.M. SILLEVIS SMITT,
procureur: MR. J.W. VAN DER STAAY,
t e g e n
de naamloze vennootschap
STORK N.V.,
gevestigd te Naarden,
VERWEERSTER,
advocaten: MR. R.M. HERMANS, MR. S.E. EISMA en MR. L.J. HIJMANS VAN DEN BERGH,
procureur: MR. R.M. HERMANS,
e n t e g e n
1. PETER JAN KALFF,
wonende te Blaricum,
2. ADRIANUS VAN DER VELDEN,
wonende te Schoorl,
3. CORNELIS DEN HARTOG,
wonende te Lemmer,
4. JAN AALBERTS,
wonende te Breukeleveen,
5. CAREL JULIAAN VAN DEN DRIEST,
wonende te Wassenaar,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten: MR. E. HAMMERSTEIN, MR. R.H. HOOGHOUDT en MR. D.A.M.H.W. STRIK,
procureur: MR. J.W. VAN RIJSWIJK,
e n t e g e n
de stichting
STICHTING STORK,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaat en procureur: MR. M.W. DEN BOOGERT,
e n t e g e n
DE CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD VAN STORK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaten: MR. M. HOLTZER en MR. E.M. SOERJATIN,
procureur: MR. M. HOLTZER,
e n t e g e n
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
FNV BONDGENOTEN,
gevestigd te Utrecht,
2. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
CNV BEDRIJVENBOND,
gevestigd te Houten,
3. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
DE UNIE,
gevestigd te Culemborg,
4. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
VHP METALEKTRO,
gevestigd te Culemborg,
advocaat en procureur: MR. P.L.J. BOSCH,
e n t e g e n
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS,
gevestigd te 's-Gravenhage,
advocaat: MR. J.H. LEMSTRA,
procureur: MR. R.P. VAN REGTEREN ALTENA.
1. Het verloop van het geding
1.1 Verzoekers (hierna gezamenlijk Centaurus c.s. te noemen, verzoekers onder 1 en 2, zijnde investeringsfondsen die worden beheerd door Centaurus Capital Limited, gezamenlijk Centaurus te noemen en verzoekers onder 3 tot en met 11 gezamenlijk Paulson te noemen, zijnde verzoekers onder 3 tot en met 10 investeringsfondsen die worden beheerd door verzoeker onder 11), hebben bij op 5 januari 2007 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties en na aanvulling daarvan bij op 11 januari 2007 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen brief van de advocaat van Centaurus c.s. de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad,
1) een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Stork N.V. (hierna Stork te noemen) met betrekking tot de in dit verzoekschrift toegelichte bezwaren, over het tijdvak vanaf 1 september 2005 tot heden;
2) bij wijze van onmiddellijke voorziening voor de duur van het geding
Primair:
a) alle wils- en zeggenschapsrechten van Stichting Stork met betrekking tot de cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van Stork (als bedoeld in 2.9 en hierna ook de beschermingsprefs te noemen), daaronder het stemrecht begrepen, te schorsen en te bepalen dat de beschermingsprefs ter gelegenheid van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 18 januari 2007 en eventueel volgende aandeelhoudersvergaderingen buiten aanmerking dienen te worden gelaten bij de berekening van het quorum en bij de bepaling van het absolute bedrag van het totale geplaatste kapitaal voor zover besluitvorming in de aandeelhoudersvergadering daaraan gerelateerd is of geconditioneerd;
b) Stork te verbieden dividend uit te keren op de beschermingsprefs of aan Stichting Stork andersoortige uitkeringen of betalingen te doen in verband met de beschermingsprefs;
Subsidiair:
a) Stork te gebieden de stemmingen ter gelegenheid van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 18 januari 2007 en eventuele volgende aandeelhoudersvergaderingen gefaseerd te doen verlopen, in die zin dat eerst door de houders van gewone aandelen stem wordt uitgebracht (de 'Hoofdstemming'), vervolgens de uitkomst van de Hoofdstemming wordt bekendgemaakt en daarna door de houder van beschermingsprefs stem wordt uitgebracht;
b) Stichting Stork te gebieden de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 18 januari 2007 en eventueel volgende aandeelhoudersvergaderingen bij te wonen en op die vergadering(en) het stemrecht met betrekking tot de beschermingsprefs uit te oefenen in overeenstemming met en naar rato van de stemmenverdeling in de Hoofdstemming;
c) Stork te verbieden dividend uit te keren op de beschermingsprefs of aan Stichting Stork andersoortige uitkeringen of betalingen te doen in verband met de beschermingsprefs;
Meer subsidiair:
a) alle leden van de raad van commissarissen van Stork voor de duur van het geding te schorsen, één of meer tijdelijke commissarissen te benoemen en hem onderscheidenlijk haar onderscheidenlijk hen in het bijzonder op te dragen om de mogelijkheid van een compromis tussen Stork en Centaurus c.s te onderzoeken;
b) te bepalen dat Stork voor de duur van dit geding slechts acquisities of desinvesteringen mag doen of fusies mag aangaan die een waarde van ? 100.000.000 (? 100 miljoen) te boven gaan nadat de goedkeuring is verkregen van de aldus te benoemen tijdelijke commissaris(sen);
Meest subsidiair:
zodanige voorzieningen te treffen als de Ondernemingskamer in goede justitie passend zal achten teneinde (i) de inbreuk op de rechten van Centaurus c.s. ongedaan te maken onderscheidenlijk (ii) de gevolgen van de vertrouwensbreuk tussen Centaurus c.s. en raad van commissarissen van Stork te regelen;
3) Stork te veroordelen in de kosten van het geding.
1.2 Stork heeft bij op 10 januari 2007 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht - voor zoveel bij wijze van voorwaardelijk zelfstandig verzoek als bedoeld in artikel 282 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en zakelijk weergegeven - het verzoek van Centaurus c.s. af te wijzen en, voor het geval de Ondernemingskamer het verzoek tot het gelasten van een onderzoek zou toewijzen, het onderzoek zich te doen uitstrekken over het handelen van Centaurus c.s. als aandeelhouders van Stork in het tijdvak vanaf 1 september 2005 tot heden, een en ander met veroordeling van Centaurus c.s. in de kosten van het geding.
1.3 P.J. Kalff, A. van der Velden, C. den Hartog, J. Aalberts en C.J. van den Driest (hierna gezamenlijk de (raad van) commissarissen te noemen) hebben bij op 10 januari 2007 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van Centaurus c.s. in alle onderdelen en in ieder geval voor zover het strekt tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen af te wijzen, met veroordeling van Centaurus c.s. in de kosten van het geding.
1.4 Stichting Stork (hierna de Stichting te noemen) heeft bij op 10 januari 2007 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht
1) kennis te nemen van de referte van de Stichting aan het oordeel van de Ondernemingskamer wat betreft het verzoek van Centaurus c.s. tot het gelasten van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Stork;
2) de Stichting in de procedure toe te laten als belanghebbende;
3) het primair door Centaurus c.s. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding verzochte af te wijzen zowel ten aanzien van de Stichting als ten aanzien van Stork;
4) Centaurus c.s. te veroordelen in de kosten van het geding.
1.5 De Centrale Ondernemingsraad van Stork (hierna de COR te noemen) heeft bij op 10 januari 2007 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad,
1) hem als belanghebbende aan te merken en als zodanig toe te laten in de procedure;
2) het verzoek van Centaurus c.s. af te wijzen;
3) indien en voor zover de Ondernemingskamer de verzoeken van Centaurus c.s. toewijst, bij wijze van onmiddellijke voorziening voor de duur van het geding Centaurus c.s. te verbieden om hun stemrecht uit te oefenen met betrekking tot de door hen gehouden aandelen in Stork ter zake van
a) een voorstel tot het opzeggen door de algemene vergadering van aandeelhouders van het vertrouwen in de raad van commissarissen op de voet van artikel 2:161a BW;
b) een voorstel tot zodanige wijziging van de statuten van Stork dat bestuursbesluiten tot het aangaan van acquisities, desinvesteringen en fusies door Stork of een dochtervennootschap, direct en al of niet door middel van de verwerving of overdracht van activa of aandelen, voor zover de waarde van de relevante transactie een bedrag van ? 100 miljoen overschrijdt, ter goedkeuring aan de algemene vergadering van aandeelhouders worden voorgelegd;
4) Centaurus c.s. te veroordelen in de kosten van het geding.
1.6 FNV Bondgenoten, CNV BedrijvenBond, De Unie en VHP Metalektro (hierna gezamenlijk de werknemersorganisaties te noemen) hebben bij op 10 januari 2007 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad,
1) het verzoek van Centaurus c.s. af te wijzen;
2) indien en voor zover het primaire onderdeel van het verzoek van Centaurus c.s. inzake het treffen van een onmiddellijke voorziening ter zake van de wils- en zeggenschapsrechten van de Stichting met betrekking tot de beschermingsprefs wordt toegewezen, de (buitengewone) algemene vergadering van aandeelhouders van Stork voor de duur van het geding bij wijze van onmiddellijke voorziening te verbieden te besluiten tot:
a) het opzeggen van het vertrouwen in de raad van commissarissen zoals bedoeld in artikel 2:161a BW op de door Centaurus c.s. genoemde gronden;
b) wijziging van artikel 17 lid 7 sub c van de statuten van Stork, zoals ingediend voor de agenda van de tegen 18 januari 2007 bijeengeroepen buitengewone vergadering van aandeelhouders van Stork;
3) Centaurus c.s. te veroordelen in de kosten van het geding.
1.7 Vereniging van Effectenbezitters (hierna VEB te noemen) heeft bij op 11 januari 2007 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - bij beschikking, voor zover zij betrekking heeft op het treffen van onmiddellijke voorzieningen, uitvoerbaar bij voorraad,
1) VEB aan te merken en toe te laten als belanghebbende in de procedure;
2) bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding
a) het stemrecht van de Stichting te schorsen met betrekking tot onderwerpen en voorstellen die - naar het inzicht van een redelijk geïnformeerde aandeelhouder of andere belanghebbende - mede met het oog op de aan de voorgenomen besluitvorming verbonden gevolgen, niet hebben te gelden als een overname onderscheidenlijk overval, bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, voorstellen tot goedkeuring van de jaarrekening, verlening van décharge, reguliere statutenwijzigingen, gebruikelijke dividenduitkeringen, benoeming van individuele commissarissen, machtigingen tot inkoop en uitgifte van gewone aandelen, het beloningsbeleid van bestuur en commissarissen;
b) de Stichting te gebieden
(i) periodiek verslag uit te brengen over haar activiteiten, haar analyse van de toestand van Stork en de wenselijkheid van handhaving van de beschermingsmaatregel;
(ii) in de eerstvolgende jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van Stork verantwoording af te leggen over haar activiteiten en stemgedrag;
(iii) tijdig voorafgaand aan een (bijzondere) algemene vergadering van aandeelhouders publiekelijk kenbaar te maken of zij zal deelnemen aan de stemming over een bepaald besluit en op welke wijze zij van haar stemrecht gebruik zal maken;
(iv) in het stichtingbestuur ten minste één bestuurder te benoemen met aandeelhoudersachtergrond en aandeelhoudersexpertise;
(v) iedere zes maanden, te beginnen zes maanden na de datum van de te dezen te geven beschikking ter zake van de in deze zaak verzochte onmiddellijke voorzieningen, een bijzondere algemene vergadering bijeen te roepen om te evalueren of de beschermingsprefs gehandhaafd moeten blijven;
(vi) zich van stemming te onthouden ten aanzien van een besluit tot intrekking van de beschermingsprefs in de algemene vergadering van aandeelhouders, bij stemming na twee jaar;
c) naast de huidige commissarissen een onafhankelijk commissaris te benoemen die mede tot taak heeft een constructieve dialoog tussen Centaurus c.s. en Stork op gang te brengen en zo mogelijk een compromis te bereiken, alsmede de andere aandeelhouders en stakeholders te informeren over de voortgang van zijn werkzaamheden;
3) Centaurus c.s. te veroordelen in de kosten van het geding.
1.8 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 12 januari 2007, alwaar mr. Van der Staay, mr. Hermans, mr. Hammerstein, mr. Den Boogert, mr. Holtzer, mr. Bosch en mr. Lemstra de standpunten van partijen nader hebben toegelicht, uitgezonderd mr. Hammerstein aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitaantekeningen en wat mr. Van der Staay en mr. Hermans betreft onder overlegging van - op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartijen gezonden - nadere producties.
2. De vaststaande feiten
2.1 Stork is een vennootschap die (middellijk) ondernemingen in stand houdt die zich - zoals ook in haar statuten is omschreven - bezig houden met het ontwikkelen, ontwerpen, vervaardigen, verkopen, installeren en onderhouden van industriële systemen en producten en van systemen en producten op het gebied van lucht- en ruimtevaart. Bij Stork zijn ongeveer 12.400 personen werkzaam, van wie ongeveer 9.000 in Nederland.
2.2 De activiteiten van Stork liggen op een aantal terreinen. Zij worden na de verkoop in juli 2004 van de groep Industrial Components onderscheiden in vier groepen:
1) Prints (complete systemen, componenten en diensten voor textiel- en grafische druk);
2) Poultry & Food Processing (complete systemen, componenten en diensten voor pluimveeverwerking en convenience food);
3) Aerospace (componenten en diensten voor de lucht- en ruimtevaart);
4) Technical Services ((deel)systemen en technische diensten voor (productie)installaties).
2.3 Op 1 september 2002 is S.S. Vollebregt (hierna Vollebregt te noemen) aangetreden als voorzitter van het bestuur van Stork. Het bestuur bestond sindsdien en bestaat ook thans nog uit Vollebregt, J.C.M. Schönfeld en H.E.H. Bouland.
2.4 De raad van commissarissen van Stork bestond in 2002 uit S.D. de Bree, P.J. Kalff, B.P.Th. Veltman, C. den Hartog, J. Aalberts, A. van der Velden en J.P. Bahlmann. Na aftreden van De Bree, Veltman en Bahlmann en het aantreden in maart 2006 van C.J. van den Driest bestaat de raad van commissarissen thans uit de onder 1.3 hiervoor vermelde personen. Tot en met de algemene vergadering van aandeelhouders van 10 maart 2006 trad De Bree op als voorzitter van de raad van commissarissen. Hij is in die functie opgevolgd door Kalff.
2.5 De (gewone) aandelen in het kapitaal van Stork zijn genoteerd aan de effectenbeurs van Euronext Amsterdam N.V. De prijs van het aandeel bedroeg ultimo 2002 ? 5,80, ultimo 2003 ? 15,70, ultimo 2004 ? 25,35, ultimo 2005 ? 36,09 en - na een terugbetaling van kapitaal in mei 2006 tot een bedrag van ? 4 per aandeel - ultimo 2006 ? 39,84. Het aantal geplaatste gewone aandelen in het kapitaal van Stork bedroeg op 19 december 2006 33.019.744.
2.6 In 1977 heeft Stork de Stichting opgericht. De statutaire doelomschrijving van de Stichting luidt, voor zover hier van belang:
a. het nemen of verkrijgen en houden van aandelen in de vennootschap [waarmee kennelijk wordt bedoeld Stork; Ondernemingskamer] of in andere naamloze of besloten vennootschappen indien zulks naar het oordeel van het bestuur in het belang is van die vennootschap en de met haar verbonden onderneming;
(...)
d. het uitoefenen van alle aan door de stichting gehouden of in administratie genomen aandelen verbonden rechten, waaronder het stemrecht, op zodanige wijze dat de ontwikkeling, de onafhankelijkheid en het voortbestaan van de vennootschap of vennootschappen in kwestie worden gewaarborgd of bevorderd;
(...).
2.7 Op 16 mei 1990 hebben Stork (toen nog Verenigde Machinefabrieken Stork N.V. genaamd) en de Stichting een optieovereenkomst (hierna de optieovereenkomst te noemen) gesloten. In mei 1986 was al een vergelijkbare overeenkomst gesloten, die daarvan - behoudens het aantal te nemen preferente aandelen - niet wezenlijk afweek. In de overeenkomst van 16 mei 1990 (waarin met "de Vennootschap" Stork wordt bedoeld) is onder meer opgenomen:
IN AANMERKING NEMENDE
a. dat de statuten van de Vennootschap voorzien in de mogelijkheid dat preferente aandelen op naam geplaatst worden;
b. dat de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap op 17 mei 1989 goedkeuring heeft verleend aan het bestuur van de vennootschap om preferente aandelen uit te geven of een optierecht daartoe te verlenen aan de Stichting tot een nominaal bedrag dat in totaal, in aanmerking nemende krachtens andere optierechten uitgegeven preferente aandelen, niet meer zal bedragen dan het alsdan uitstaande nominaal bedrag aan geplaatste gewone aandelen in de vennootschap minus één aandeel;
en dat de Raad van Bestuur van de Vennootschap, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen (...), op 5 juni 1989 van de hierboven bedoelde goedkeuring heeft gebruik gemaakt door te besluiten aan de Stichting voor onbepaalde tijd een optie te verlenen tot het nemen van bedoelde aandelen, en zulks aan de Stichting heeft meegedeeld;
c. dat de reden van de sub b. genoemde besluiten gelegen is in de wenselijkheid de Vennootschap beter te beschermen tegen een eventuele niet gewenste overname c.q. overval;
d. dat het doel van de Stichting met name is het bevorderen van de continuïteit en de zelfstandigheid van de Vennootschap en zij daartoe preferente aandelen in de Vennootschap wenst te kunnen verwerven en de daaraan verbonden rechten wenst uit te kunnen oefenen;
e. dat de Stichting voornemens is gebruik te maken van de hiervoor bedoelde optie, zodra naar haar oordeel een niet gewenste overname van, c.q. overval op de Vennootschap dreigt;
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
1. de Vennootschap verleent bij deze aan de Stichting een optie tot het nemen van preferente aandelen, tot een bedrag dat in totaal, in aanmerking nemende krachtens andere optierechten uitgegeven preferente aandelen, niet meer zal bedragen dan het alsdan uitstaande nominaal bedrag aan geplaatste gewone aandelen in de Vennootschap minus één aandeel;
2. de optie wordt voor onbepaalde tijd verleend (...);
3. zodra een ongewenste overname, c.q. overval van de Vennootschap dreigt zal de Stichting gebruik kunnen maken van de optie en zoveel preferente aandelen nemen als nodig is om de Vennootschap tegen de ongewenste overname, c.q. overval te beschermen, een en ander voor zover de Stichting op dat moment redelijkerwijs over voldoende middelen zal kunnen beschikken om aan haar onmiddellijke stortingsplicht te kunnen voldoen;
(...).
2.8 In de algemene vergadering van aandeelhouders van Stork van 23 mei 1986 was van de zijde van Stork ter toelichting op de (eerste) optieovereenkomst met de Stichting naar voren gebracht:
Er zijn sinds 1979 (...) in binnen- en buitenland verscheidene gevallen geweest van kwalijke en voor de betrokken onderneming schadelijke overvallen of pogingen daartoe. Ofschoon de Stichting (...) sedert 1977 (...) gereed staat om zo nodig preferente aandelen te nemen heeft het bestuur gemeend de preventieve werking en betrouwbaarheid van de daarin gelegen afscherming thans nog enigszins te moeten versterken door het verlenen van deze optie. Deze geldt juridisch als een emissie. De daadwerkelijke plaatsing geschiedt wanneer de optie wordt uitgeoefend. (...) Dat de maatregel alleen is bedoeld tegen malafide, niet tot redelijk overleg met het bestuur genegen gegadigden, die zich aan de wets- en fatsoensnormen niets gelegen laten liggen, is vanzelfsprekend. (...) Op grond van artikel 5 lid 5 van de statuten [waarin is neergelegd dat de uitgifte van de preferente aandelen de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders behoeft; Ondernemingskamer] (...) heeft u recht op een verklaring waarom dit is gebeurd. Er is thans besloten dat aan die Stichting (...) een optie is verleend voor het nemen van preferente aandelen, wanneer de noodzaak daartoe aanwezig is. Wij hebben dat natuurlijk gedaan met het oog op een mogelijke overval. (...) Wij willen ons graag beschermen tegen wat wij zouden kunnen noemen een 'malafide overval'. Wanneer iemand interesse toont voor de aandelen (...) Stork moet er natuurlijk altijd een mogelijkheid tot redelijk overleg zijn. Wanneer duidelijk overwegingen daarbij een rol spelen die wij niet in het belang van de vennootschap achten, wensen wij daartegen beschermd te zijn.
In de algemene vergadering van aandeelhouders van Stork van 17 mei 1989, waarin de aandeelhouders werd gevraagd de uitbreiding van het aantal ingevolge de optie te nemen aandelen te verhogen, is van de zijde van Stork ter toelichting medegedeeld:
Ik herhaal nogmaals wat ik eerder gezegd heb (...) dat is dat het werkelijk niet onze bedoeling is om serieuze gesprekken uit de weg te gaan, maar wij willen ons wel in een positie bevinden om ons tegen diegenen die ons benaderen - en dat doen op een manier waarvan wij niet zeker zijn, dat die grote traditie die wij in het Strok-concern kennen, gehandhaafd zou kunnen blijven - te kunnen verzetten en dan doen wij dat volstrekt in het kader van de overeenstemming die er nu eenmaal is tussen het Beursbestuur en de Vereniging van Uitgevende Ondernemingen. (...) [I]k begrijp heel goed dat u, als aandeelhouder, denkt: Moet dit nu met al die beschermingsconstructies. Maar weest u ervan overtuigd dat het niet zo kan zijn dat wij met open ogen het concern ooit in de handen van een raider zouden willen laten vallen.
2.9 Bij wijziging van de statuten van Stork van 2 juli 1999 zijn de preferente aandelen waarop de in 2.7 bedoelde optieverlening betrekking heeft aangeduid als "cumulatief preferente aandelen B" (de beschermingsprefs). Met betrekking tot deze aandelen is in de jaarverslagen van Stork over de (boek)jaren 2004 en 2005 in de "begrippenlijst" vermeld: "Aandelen die uitgegeven kunnen worden ter bescherming tegen een overname".
2.10 Omtrent de strategie van Stork is in de jaarverslagen onder meer het volgende opgenomen:
(2002) De strategie van Stork is om voor klanten in geografisch gekozen gebieden brede technische diensten te leveren (Industrial Components en Technical Services) en om in een beperkt aantal gekozen marktsegmenten (Textile Printing, Poultry & Food Processing en Aerospace) wereldwijd voor zijn klanten te ontwikkelen, ontwerpen, produceren en service te verlenen.
(2002) De strategie van Stork zal in de komende jaren gericht zijn op een toenemende focussering en tegelijkertijd een uitbouw van een gereduceerd aantal kernactiviteiten. (...) Stork verwacht dat de zorgvuldige uitvoering van de beoogde transformatie, die zal leiden tot verdere focus, een drietal jaren zal vergen. (...) Toekomstige kernactiviteiten zullen (...) stap voor stap worden uitgebouwd. Zeker is in ieder geval dat Stork over drie jaar een andere onderneming zal zijn. Een onderneming met duidelijke focus en met een sterke samenhang tussen de activiteiten.
(2003) In het boekjaar 2002 heeft Stork zijn missie opnieuw geformuleerd. (...) De strategie is gericht op het realiseren van deze missie en de daarbij geformuleerde doelen. Begin 2003 heeft de Raad van Bestuur, vooruitlopend op de uitvoering van de strategie, verbetering van de winstgevendheid als eerste prioriteit vastgesteld. Daarna volgt langetermijnwaardecreatie voor de individuele bedrijfsactiviteiten. Het aanbrengen van focus in het portfolio van Stork is de derde prioriteit. (...) Op basis van het (...) herstel van de winstgevendheid en door waardecreatie is een solide uitgangspunt ontstaan voor de transformatie van Stork die moet leiden tot een sterk en gefocusseerd Stork in 2006. Daar horen acquisities en desinvesteringen bij, maar deze dienen op het meest geschikte tijdstip en bovenal op economisch verantwoorde wijze te worden uitgevoerd. Zorgvuldigheid prevaleert boven snelheid.
(2004) In juli 2004 is de groep Industrial Components verkocht. Stork bestaat sindsdien nog uit vier groepen: Prints, Poultry & Food Processing, Aerospace en Technical Services. Op zorgvuldige wijze wordt aan verdere focus gewerkt. De resterende activiteiten zullen in omvang moeten groeien en over sterke marktposities moeten beschikken. Daar moet autonome groei door commerciële initiatieven aan bijdragen, aangevuld met geacquireerde groei die in een verantwoord tempo met een voldoende ruim tijdsvenster moet worden geïmplementeerd.
(2005) Begin 2003 hebben wij aangegeven dat wij meer focus in de activiteiten van Stork wilden aanbrengen. En dat we dit proces over een periode van drie jaar afgerond wilden hebben. We hebben eind 2005 aangegeven, dat dit proces wat meer tijd vergt en dat de afronding in de loop van 2006 zijn beslag zal krijgen. De kern van onze industriële groep zal worden gevormd door drie divisies, te weten Aerospace, Food Systems en Technical Services. Zij vormen de drie pilaren waarop we verder waarde willen creëren (...).
2.11 In de algemene vergadering van aandeelhouders van 14 maart 2003 heeft Vollebregt onder meer het volgende meegedeeld:
Aangegeven is dat wij ook kijken naar een beperkt aantal activiteiten en dan moet u denken aan drie, maar waarschijnlijk twee divisies waarop Stork in de toekomst zal stoelen.
2.12 In de loop van 2004 hebben Centaurus c.s. aandelen in Stork genomen, Centaurus sinds juni van dat jaar en Paulson sinds december 2004.
2.13 Centaurus en Paulson zijn zogenaamde hedge fondsen. Zij trekken gelden aan van (institutionele) beleggers en beleggen deze gelden vervolgens nagenoeg uitsluitend in beursgenoteerde effecten, waarbij zij hun markt- en valutarisico's hebben gehedged.
2.14 Bij brief van 2 december 2005 heeft M. Gerowin namens Paulson, nadat zij enkele dagen daarvoor een gesprek had gehad met vertegenwoordigers van Stork onder wie Vollebregt, aan Vollebregt het volgende geschreven:
I appreciated the chance to meet with (...) you (...) and review Stork's current strategic position as seen by shareholders. On reflection, I wanted to review some of the points which we discussed.
Investors are disappointed with what is seen as Stork's decision to continue as a conglomerate, despite the very successful restructuring that you and your colleagues have achieved over the past two years. Shareholder expectations were for Stork to complete its three-year restructuring program by divesting at least two more divisions. Investors, concerned about the delay in focusing the company, were caught by surprise by the acquisition announcement. Investors like to invest in single-industry companies and accordingly value conglomerates at a significant discount to the sum of their parts. This is why Stork's stock has suffered recently.
Investors today have little interest in multi-industry companies such as Stork and prefer to choose pure play. (...) Multi-industry companies like Stork trade at a discount to the sum of their individual companies due to the lack of strategic focus, the excess layers of overhead and the stifling of incentive at the operating level. (...)
As we discussed, John Paulson and I see four main paths forward for Stork to maximize shareholder value.
* The first is to separate into four operating businesses and spin off each to your shareholders to create four pure plays in aerospace, food systems, technical services and printing. This would create immediate short term value. (...)
* The second path is to divest all companies except for aerospace and use the proceeds to buy back stock or invest in aerospace assets.
* The third option is some combination of the first two done with the intention of creating pure plays.
* The fourth option is, if management wants to continue to operate as a conglomerate, either to do a management buyout or to sell to a private equity firm in order to allow time to restructure out of the glare of public markets. This option will deliver an immediate premium to the market as we believe the private equity value of Stork to be in the ? 45/share range, plus or minus.
(...) [W]e believe that Stork should announce a clear strategic focus forward and that the process should start as soon as possible, and certainly before year end. The announcement must specify if Stork is to be sold or if not, which division is are to be kept, which are to be sold and which are to be spun off and a time-frame.
2.15 Op 1 februari 2006 heeft Stork bij gelegenheid van de presentatie van haar jaarcijfers over het boekjaar 2005 een persbericht uitgegeven, waarin onder meer is opgenomen:
De kern van de industriële groep Stork zal worden gevormd door Aerospace, Food Systems en Technical Services. Op deze drie pijlers zal de waardecreatie via twee assen plaatsvinden. Enerzijds via de as van de autonome en geacquireerde groei. Anderzijds via de as van het zo goed en efficiënt mogelijk laten functioneren (operational excellence) van de bedrijven (...) Prints en WorkSphere zijn goede bedrijven die veel aan de ontwikkeling van Stork hebben bijgedragen. Echter er zijn strategische keuzes gemaakt: Prints en WorkSphere zullen worden verkocht aan nieuwe eigenaren die beter gepositioneerd zijn om het aanwezige potentieel te benutten.
2.16 Bij brief van 6 februari 2006 hebben Centaurus c.s. zich gewend tot het bestuur (met kopie aan de raad van commissarissen) van Stork. Deze brief hield in:
Centaurus (...) and Paulson (...) (the "Shareholders"), own in the aggregate over 20% of Stork (...) and we are writing to you wishing to express our views on how to optimize shareholder value in Stork. (...) [W]e strongly feel that the strategic actions announced by the Company on February 1st 2006, are insufficient to address the substantial undervaluation of Stork. The plan does not go far enough.
(...) We believe that Stork could be worth between EUR 50 and EUR 65 per share, or 30% - 65% more than its current trading value, provided that the Company adopts and executes a more rigorous restructuring plan. We believe that the Company must take those steps necessary to realize this value for the Stork shareholders.
The major reason for the discount at which the shares trade is the conglomerate nature of the Company. (...) [P]ursuing the proposed strategy of continuous small acquisitions for each of the three "pillar" divisions in the hopes their performance will bring increases in value over the longer term is not acceptable to us. (...)
We strongly urge the Company to adopt a plan to optimize shareholder value which would include either a restructuring plan focused on building a public aerospace company (...) or the taking private of the Company.
We therefore propose that the following agenda item be included in the agenda for the Annual General Meeting of Shareholders to be held on March 10th 2006:
"Request to management board and supervisory board to optimize shareholder value by:
(i) either unwinding the Stork conglomerate by separating the Aerospace, Technical Services and Food Processing businesses, through sale or spin-off of all but the aerospace division and distribution of excess cash; or
(ii) actively promoting a take-private of the Company as a whole at an appropriate premium to the current share price by actively investigating and pursuing third-party interest."
(...)
We look forward to discussing the above with you during our meeting on Friday February 10th in Amsterdam (...). When deemed appropriate, the Shareholders intend to release this letter to the market. Freshfields Bruckhaus Deringer have been retained as legal advisor tot the Shareholders.
2.17 Op 10 februari 2006 heeft een ontmoeting plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van Centaurus c.s. en van Stork. Bij die gelegenheid hebben Centaurus c.s. een door haar adviseur voorbereide presentatie gehouden waarin onder meer waarderingen van de afzonderlijke divisies van Stork worden voorgehouden en indicaties worden gegeven van potentiële kopers van die divisies.
2.18 Bij persbericht van 14 februari 2006 heeft Stork meegedeeld dat zij, mede naar aanleiding van meningen geuit door aandeelhouders, van opvatting is dat haar strategie wellicht het beste kan worden uitgevoerd als private onderneming en dat een public-to-private transactie (hierna PTP te noemen) in het belang van alle stakeholders kan zijn. Om die reden zal Stork, zo meldt zij in het bericht, ertoe overgaan de mogelijkheid van een PTP te onderzoeken. In het bericht werd voorts aangekondigd dat de PTP, de aanpak en de timing ervan besproken zouden worden in de algemene vergadering van aandeelhouders van 10 maart 2006.
2.19 In de algemene vergadering van aandeelhouders van Stork van 10 maart 2006 heeft Vollebregt de beslissing van Stork om de mogelijkheid van een PTP te laten onderzoeken toegelicht. Namens Centaurus c.s. is ter vergadering voor deze beslissing steun uitgesproken. In de vergadering is voorts aan de leden van het bestuur en van de raad van commissarissen van Stork decharge verleend voor hun taakuitoefening in het boekjaar 2005 met steeds de stemmen van Centaurus c.s. vóór.
2.20 Bij brief aan de aandeelhouders van Stork van 4 juli 2006 hebben Vollebregt en Kalff het resultaat van het onderzoek naar een PTP bekend gemaakt. De brief houdt onder meer in:
On 14 February, 2006, we announced that Stork would investigate whether it could best implement its strategy in a private environment instead of being a listed company. After conducting a thorough process, we have come to the conclusion that a public to private transaction is not feasible that would appropriately reflect the fair value and strengths of the company and that had a fair chance of a successful execution. It appears that the short and long term risk/reward and cash flow profile of the various businesses did not match the return requirements of parties typically interested in transactions of this nature. We have now, therefore, concluded the investigation and can once again put all our focus and efforts into implementing our strategy and growing the business.
2.21 Naar aanleiding van de door Stork bekend gemaakte uitkomst van het onderzoek naar de PTP hebben Centaurus c.s. bij brief van 18 juli 2006 aan Kalff het volgende geschreven:
(...) The stock market once again, for the second time in a year, has clearly conveyed the message of what it thinks of Stork management's 3 Pillar strategy, with Stork's share price dropping by 15%, after a similar fall last October. (...) [W]e feel Stork's overall structure will continue to inhibit the market from fully valuing its shares. (...) In our letter dated February 6th, 2006, we explained two scenarios through which Stork could unlock its full value (...). Stork management, who are fully entrenched in the "3 Pillar" strategy, preferred to first investigate the feasibility of a take-private of the Company. This was not our preferred choice, but we supported Stork' management's February decision, as we prefer to work together with management to create value rather than insist on our own priorities.
However we now believe that the [PTP] process should be re-opened with any conditions to offers eliminated (i.e. the insistence on the "3 Pillar" strategy and/or limitations on debt levels). (...)
Should the above re-opening of bidding not be pursued, the outcome of the [PTP] inevitably leads to the only credible alternative: unwinding the Stork conglomerate and enabling each of the "pillars" to develop their own strategies and capitalise on their leading roles in their respective sectors. (...)
In order to achieve this, Stork management must commence a transparent auction sale process (with a mutually agreed timeframe) to sell all of Stork's non-aerospace assets. The proceeds from sales would be returned to shareholders in a tax efficient manner, leaving a well financed, well managed Dutch aerospace champion.
As evidence of our commitment to Stork and our belief in the inherent value of Stork, Paulson (...) and Centaurus (...) have independently increased their respective stakes. Various funds and separate accounts managed by Paulson currently own 16.9% and funds managed by Centaurus (...) currently own 10.4% of Stork and 4.1% in Contracts for Differences.
(...) [W]e would like to have a meeting within one week (...) with you and/or members of the Supervisory Board to discuss our proposed strategy. (...) While we prefer to work constructively with you, if necessary we will call for an EGM [Extraordinary General Meeting; Ondernemingskamer] to vote on the previously mentioned proposals.
2.22 Naar aanleiding van de in 2.20 aangehaalde brief heeft op 26 juli 2006 een bespreking plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van Centaurus c.s. en Stork.
2.23 Op 5 september 2006 heeft een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van Stork plaatsgevonden, door Stork uitgeschreven voor het geven van een toelichting op het verloop en de uitkomst van het onderzoek naar de PTP. Vertegenwoordigers van Centaurus c.s. hebben ter vergadering niet het woord gevoerd, ook niet nadat zij vanuit de vergadering, met name door de vertegenwoordiger van VEB, uitdrukkelijk waren uitgenodigd de visie van Centaurus c.s. op de toekomst van Stork uiteen te zetten.
2.24 Bij brief van 7 september 2006 heeft de advocaat van Centaurus c.s. het volgende geschreven aan het bestuur en de raad van commissarissen van Stork:
On behalf of Paulson (...) and Centaurus (...), I may inform you as follows:
1. This evening [waarmee, blijkens de gedingstukken, in verband met de inmiddels voortgeschreden tijd, wordt bedoeld 6 september 2006; Ondernemingskamer], Paulson and Centaurus entered into a Protocol to further align their interests and to establish them as concert parties pursuant to the Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 (Wmz). Paulson and Centaurus have agreed to vote their shares as a single block at general meetings of shareholders of Stork (...).
The joint capital interest of Paulson and Centaurus (...) on September 7, 2006 (...) will be 31.4%.
Taking into account the treasury stock of Stork, the joint voting interest of Paulson and Centaurus will amount to 32.9%.
We will provide you with the Wmz notification details tomorrow in the course of the day.
2. Pursuant to clause 31 paragraph 2 of the articles of association of the Company and on behalf of Paulson and Centaurus, I hereby request you to convene an extraordinary general meeting of shareholders (EGM) to take place within six weeks of the date hereof. The agenda for the general meeting should include the following voting item:
The shareholders of Stork request the Management Board and Supervisory Board
* to fully concentrate on the aerospace division in order to create a Dutch aerospace champion;
* to divest all other businesses, including Prints, Technical Services and Food Systems;
* where necessary, to re-invest any proceeds from divestments in the further growth of the aerospace division and to return excess capital to shareholders while maintaining an appropriate capital structure; and
* to commence the implementation of the above strategy with immediate effect in order to benefit from the current market momentum and to create a focused Dutch aerospace company within one year.
Our clients will provide you with a memorandum to be made available to the Stork shareholders prior to the general meeting taking place, setting out their views in more detail. (...).
In een persbericht van Centaurus c.s. van eveneens 7 september 2006 over het verzoek van Centaurus c.s. aan Stork om een buitengewone vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen staat aan het slot:
As a matter of clarification, neither Centaurus nor Paulson have any intention of making a public bid for Stork.
2.25 Op 18 september 2006 heeft Stork naar aanleiding van het verzoek van Centaurus c.s. een buitengewone vergadering van aandeelhouders van Stork bijeengeroepen, plaats te vinden op 12 oktober 2006. In het persbericht dat Stork ter zake daarvan heeft uit doen gaan is onder meer vermeld:
Stork heeft haar verbazing geuit over het feit dat Centaurus en Paulson niet tijdens de Bava van 5 september j.l. hun standpunt bekend hebben gemaakt. Stork is van mening dat de huidige onrust en het verzoek tot het wederom houden van een Bava niet in het belang van de onderneming, klanten en andere stakeholders zijn. Stork heeft evenwel toch aan het verzoek tot het houden van een Bava gehoor willen geven.
Stork wijst erop dat de uitkomst van een stemming over het door Centaurus en Paulson verzochte agendapunt niet bindend is. Het beleid van een vennootschap wordt bepaald door het bestuur van de vennootschap.
2.26 Op 4 oktober 2006 heeft Stork bij de Rechtbank te Amsterdam een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor ingediend. Het verzoek is gericht tegen Centaurus en Paulson en betreft een door Stork vermoede overtreding door Centaurus en Paulson van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996. Bij Stork is het vermoeden gerezen dat Centaurus en Paulson reeds geruime tijd vóór 6 september 2006 (de dag van de meldingen) afspraken hadden gemaakt over een gezamenlijk beleid ten aanzien van Stork en over de gezamenlijke uitoefening van het stemrecht in de algemene vergaderingen van Stork en dat de meldingen van Centaurus en Paulson te laat waren gedaan. Over deze aangelegenheid en het indienen van het verzoek bij de Rechtbank heeft (de advocaat van) Stork niet voorafgaand contact gelegd met Centaurus en Paulson. Bij beschikking van 16 november 2006 heeft de Rechtbank het gevraagde voorlopige getuigenverhoor bevolen.
2.27 Op 12 oktober 2006 heeft de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders Stork plaatsgevonden ter bespreking van en stemming over het voorstel van Centaurus zoals verwoord in de in 2.24 opgenomen brief van de advocaat van Centaurus c.s. Ter vergadering aanwezig onderscheidenlijk vertegenwoordigd waren 329 aandeelhouders, houdende 17.457.057 aandelen en vertegenwoordigend 52,87% van het geplaatste kapitaal van Stork. Voor aanvang van de vergadering hebben vertegenwoordigers van werknemers van Stork een door 5000 werknemers van Stork ondertekende verklaring overhandigd aan Vollebregt en Kalff, in welke verklaring de door Centaurus c.s. voorgestane strategie werd afgekeurd. In de vergadering hebben Centaurus c.s. haar voorstel toegelicht door middel van een presentatie. Centaurus c.s. hebben niet voorafgaand aan de vergadering de andere aandeelhouders of Stork enig stuk als bedoeld aan het slot van de in 2.24 hiervoor geciteerde brief ter beschikking gesteld. Na de uiteenzetting door Centaurus c.s., gevolgd door een reactie van Vollebregt, heeft een gedachtewisseling over het voorstel van Centaurus c.s. plaatsgevonden, waarna het voorstel in stemming is gebracht. De uitslag van de stemming was dat 14.139.013 stemmen vóór waren en 2.206.125 stemmen tegen, bij 941.537 onthoudingen en 170.382 blanco stemmen. Van de 14.139.013 stemmen vóór waren er 10.890.000 van Centaurus c.s., 2.641.567 van (de moedervennootschap van) Marel HF en 607.446 van anderen. Marel HF is een in IJsland gevestigde vennootschap, werkzaam op het gebied van vleesverwerkingsmachines en heeft er, nog kort voor de buitengewone vergadering van aandeelhouders van 12 oktober 2006, blijk van gegeven geïnteresseerd te zijn in het overnemen van de divisie Food Systems van Stork.
2.28 Bij brief van 19 oktober 2006 hebben Centaurus c.s. in een brief aan de raad van commissarissen van Stork, naar aanleiding van de uitkomsten van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van Stork van 12 oktober 2006 en van de mededeling van Stork dat zij daarover binnen enkele weken een publieke verklaring zou geven, voorgesteld om, teneinde te onderzoeken of de strategische visies van Stork en die van de meerderheid ter vergadering op enigerlei wijze zouden kunnen worden samengebracht en ter vermijding van onnodige confrontaties, nader van gedachten te wisselen met de raad van commissarissen. Centaurus c.s. hebben daarbij te kennen gegeven dat een dergelijk overleg bij voorkeur zou dienen plaats te vinden voordat Stork haar standpunt zou hebben neergelegd in een publieke verklaring.
2.29 Bij brief van 20 oktober 2006 aan Centaurus c.s heeft Kalff de ontvangst van de brief van 19 oktober 2006 bevestigd en medegedeeld dat hij een kopie van de brief heeft doorgezonden naar het bestuur van Stork "which - as you know - has primary responsibility for the strategy of Stork."
2.30 Bij brief van 31 oktober 2006 hebben Centaurus c.s. zich wederom tot de raad van commissarissen van Stork gewend en deze medegedeeld:
We are in receipt of your reply of October 20 and are frankly puzzled by it. We have requested a meeting with the Supervisory Board of Stork N.V. - not the Management Board.
(...)
[Y]ou seem to suggest that you do not recognise (...) [the] Supervisory Board's independent duty (...).
Centaurus c.s. verklaarden zich beschikbaar voor onmiddellijk overleg.
2.31 Bij brief van 3 november 2006 aan Centaurus c.s. heeft Kalff geantwoord dat de raad van commissarissen zich bewust is van zijn verantwoordelijkheden en dat hij zich beraadt over het aanbod van Centaurus c.s. om een bespreking te arrangeren.
2.32 Op 11 november 2006 heeft in Parijs een gesprek plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van Centaurus c.s. en van het bestuur (Vollebregt) en (twee leden van) de raad van commissarissen van Stork. Bij die gelegenheid is van de zijde van Stork voorgesteld dat in de raad van commissarissen van Stork een representant van Centaurus c.s. zitting zou krijgen, waartegenover Centaurus c.s Stork achttien maanden de gelegenheid zou geven zich nader te oriënteren op haar strategie. Afgesproken werd dat Centaurus c.s. op 13 november 2006 zou reageren op het besprokene. Centaurus c.s. hebben dit niet gedaan, ook niet nadat Kalff op die dag nog contact had met het kantoor van een van de gesprekspartners.
2.33 Op 14 november 2006 hebben Vollebregt en Kalff in een open brief aan de aandeelhouders van Stork uiteengezet dat een analyse van de voorstellen van Centaurus c.s., zoals naar voren gebracht in de buitengewone vergadering van aandeelhouders van 12 oktober 2006, tot de conclusie had geleid dat het voorstel van Centaurus c.s. geen geloofwaardig alternatief biedt voor de strategie die op 1 februari 2006 was aangekondigd en dat zij deze niet in het belang achten van de onderneming van Stork, haar aandeelhouders en andere belanghebbenden. In de brief staat aan het slot van de beschouwingen te lezen:
De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen beschouwen de uitvoering van het voorstel van [Centaurus c.s.] als onverantwoord en daarom kunnen zij het resultaat van de stemming tijdens de BAVA op 12 oktober 2006 niet aanvaarden.
2.34 Bij brief van de advocaat van Centaurus c.s. van 23 november 2006, gericht aan het bestuur en met kopie aan de raad van commissarissen van Stork, hebben Centaurus c.s. gereageerd op de in 2.33 bedoelde brief aan de aandeelhouders. Voorts verzochten Centaurus c.s. om bijeenroeping van een nieuwe buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders, waarvoor de agenda de volgende twee agendapunten zou dienen te bevatten en waarover ter vergadering diende te worden gestemd:
Agendapunt 1
Voorstel tot het opzeggen door de algemene vergadering van aandeelhouders van het vertrouwen in de Raad van Commissarissen in overeenstemming met het bepaalde in artikel 20 lid 1 van de Statuten en artikel 2:161a van het Burgerlijk Wetboek,
(...)
Agendapunt 2
Voorstel tot wijziging van de Statuten (...), betreffende de wijziging van artikel 17 lid 7 van de Statuten, door daaraan toe te voegen in plaats van het huidige artikel 17 lid 7 sub c.:
(...)
Tevens zijn aan de goedkeuring van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders onderworpen besluiten van de Raad van Bestuur tot het aangaan van een fusie en/of het doen van een acquisitie of desinvestering door de vennootschap of een dochtermaatschappij, direct of indirect en al dan niet door middel van de verwerving of overdracht van activa of aandelen, indien en voorzover de waarde van de relevante transactie een bedrag van honderd miljoen euro (EUR 100.000.000) overschrijdt.
In de brief worden voor het voorstel tot het opzeggen van het vertrouwen in de raad van commissarissen de volgende redenen gegeven:
* tussen de raad van commissarissen en de grote meerderheid van de aandeelhouders bestaat een fundamenteel verschil van inzicht over de door Stork te volgen strategie;
* de raad van commissarissen heeft zich in de discussie over de strategie steeds rigide en inflexibel opgesteld en geen bemiddelende, oplossingsgerichte rol gespeeld;
* de raad van commissarissen heeft het bestuur van Stork ten onrechte toegestaan rauwelijks een zeer twijfelachtige juridische procedure tegen Centaurus c.s. aan te vangen en daarmee gekozen voor een route van onnodige confrontatie;
* de raad van commissarissen heeft verzuimd openheid en transparantie te betrachten ten aanzien van de kosten (circa ? 17 miljoen) van het proces met betrekking tot de PTP.
2.35 In een brief van 7 december 2006 aan de advocaat van Centaurus c.s. heeft Kalff namens de raad van commissarissen gereageerd op de in 2.34 aangehaalde brief van 23 november 2006 voor zover het daarin gaat om de positie van de raad van commissarissen. In die brief betoogt Kalff dat de verwijten die de raad van commissarissen worden gemaakt onterecht en feitelijk onjuist zijn en dat de raad van commissarissen deze met kracht verwerpt.
2.36 Op 14 december 2006 heeft Stork een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders bijeengeroepen, te houden op 18 januari 2007. De in 2.34 vermelde punten zijn voor die vergadering geagendeerd.
2.37 De Stichting heeft op 19 december 2006 gebruik gemaakt van haar recht tot het nemen van de beschermingsprefs in het kapitaal van Stork. Overeenkomstig het verzoek van de Stichting heeft Stork bij haar 30.233.170 van cumulatief preferente aandelen B met een nominale waarde van ? 1 per aandeel geplaatst. Op de aandelen is door de Stichting een vierde gedeelte van het nominale bedrag gestort. Ingevolge artikel 33 lid 8 van de statuten van Stork geeft elk aandeel, zowel het gewone als het preferente, recht op het uitbrengen van één stem.
3. De gronden van de beslissing
3.1 Centaurus c.s hebben aan haar verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Stork en tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen in haar verzoekschrift ten grondslag gelegd dat sprake is van wanbeleid van Stork, althans van gegronde redenen om aan een juist beleid van Stork te twijfelen. Centaurus c.s. hebben deze conclusie verbonden aan de door haar gestelde omstandigheden dat (i) het bestuur en de raad van commissarissen van Stork niet de balans respecteren die is gelegen in de wettelijke verdeling van vennootschappelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden, (ii) het bestuur en de raad van commissarissen stelselmatig de confrontatie zoeken in plaats van de dialoog, (iii) het bestuur en de raad van commissarissen op diverse onderdelen van corporate governance jegens Centaurus c.s. in strijd met de vennootschappelijke redelijkheid en billijkheid handelen, (iv) het bestuur en de raad van commissarissen inbreuk maken op de rechten die de aandeelhouders toekomen op grond van de wet en de statuten van Stork en (v) het bestuur en de raad van commissarissen niet transparant zijn in hun informatieverstrekking. Ter terechtzitting hebben Centaurus c.s. daaraan toegevoegd althans haar standpunt aldus verduidelijkt dan wel samengevat dat tussen de aandeelhouders van Stork enerzijds en het bestuur en de raad van commissarissen van Stork anderzijds een onoverbrugbare kloof van wantrouwen is ontstaan die tot een niet op te lossen patstelling heeft geleid die Stork al geruime tijd in haar greep houdt, welk wantrouwen een hoogtepunt heeft bereikt door het rauwelijks, zonder grond en slechts bij wijze van niet te dulden dwarszitten door het bestuur en de raad van commissarissen van onwelgevallige aandeelhouders entameren van een procedure ingevolge de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 en door het onverhoeds aan de Stichting uitgeven van de beschermingsprefs in het kapitaal van Stork, welke uitgifte een oneigenlijk gebruik is van de aan de Stichting verleende optie, heeft plaatsgevonden in strijd met de vennootschappelijke redelijkheid en billijkheid, jegens Centaurus c.s. onrechtmatig is en in strijd komt met de ingevolge de wet en de statuten van Stork aan de aandeelhouders toekomende rechten en meer in het bijzonder met het sinds 1 oktober 2004 aan de aandeelhouders in de wet gegeven, in artikel 2:161a BW neergelegde recht het vertrouwen in de raad van commissarissen op te zeggen.
3.2 Stork heeft betwist dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en betoogd dat het bestuur en de raad van commissarissen in redelijkheid geen verwijt kan worden gemaakt met betrekking tot de door Centaurus c.s. ter staving van haar betoog genoemde onderwerpen en dat derhalve voor het bevelen van een onderzoek en voor het treffen van onmiddellijke voorzieningen geen plaats is. Zij heeft in dit verband verwezen naar de brede steun die haar bestuur en raad van commissarissen genieten van de COR, de werknemersorganisaties, de overgrote meerderheid van de andere aandeelhouders dan Centaurus c.s. en Marel HF, welke meerderheid grote gerespecteerde institutionele beleggers omvat, en van gerespecteerde en vooraanstaande analisten. Zij heeft daaraan toegevoegd dat indien een onderzoek niettemin wordt bevolen ook het handelen van Centaurus c.s. dient te worden onderzocht, nu met name dat handelen de oorzaak is van de onoplosbare tegenstellingen tussen bestuur en raad van commissarissen van Stork enerzijds en Centaurus c.s. anderzijds en is ingegeven door oneigenlijke, immers slechts op financieel gewin voor de aandeelhouders op korte termijn gerichte motieven en nu het inwilligen door Stork van de wensen van Centaurus c.s. inzake de wat Centaurus c.s. betreft na te streven ondernemingsstrategie desastreus is voor al haar stakeholders, onder wie onderscheidenlijk waaronder - dus ook - haar aandeelhouders, zoals Centaurus c.s.
Het verzoek tot het bevelen van een onderzoek
3.3 De Ondernemingskamer oordeelt dienaangaande als volgt. Gezien de in onderdeel 2 van deze beschikking vermelde feiten valt niet te ontkomen aan de vaststelling dat tussen het bestuur en de raad van commissarissen van Stork enerzijds en een belangrijk deel van haar aandeelhouders, te weten Centaurus c.s., anderzijds met name in de loop van 2006 en in het bijzonder na de algemene vergadering van aandeelhouders van 12 oktober 2006 een verhouding is ontstaan die zich in steeds heviger mate heeft begeven in een sfeer van verwijten, confrontatie, onderling wantrouwen en moeizame communicatie. Naar uit de eigen stellingname van partijen in dit geding moet worden opgemaakt is sprake van een bepaald onbevredigende gang van zaken bij Stork die heeft geleid tot een steeds verder gaande verharding in het stelling nemen door partijen, culminerend in het voornemen van Centaurus c.s. om in de algemene vergadering van aandeelhouders van 18 januari 2007 het vertrouwen in de raad van commissarissen op te zeggen en de daartegenover door de Stichting gezette stappen door het uitoefenen van het recht tot het nemen van beschermingsprefs in het kapitaal van Stork op 19 december 2006. Voorts dient te worden vastgesteld dat de betrokken partijen, naar zij ook - laatstelijk ter terechtzitting - hebben erkend, niet in staat zijn (gebleken) de verstoorde verhoudingen zelf op te lossen.
3.4 Gelet op dat alles moet de conclusie zijn dat bij Stork niet langer meer sprake is van gezonde verhoudingen en is, gezien de aard van Stork en in aanmerking genomen de bij (de onderneming van) Stork betrokken belangen, waaronder die van haar grote aantal werknemers, sanering en herstel van die verhoudingen van groot belang. Hetgeen hiervoor is overwogen levert naar het oordeel van de Ondernemingskamer reeds op zichzelf genomen grond op om te twijfelen aan een juist beleid van Stork. Daarbij kan - vooralsnog - in het midden blijven of deze stand van zaken in het bijzonder aan enige persoon of enig orgaan verweten kan worden althans valt niet op voorhand vast te stellen dat de ontstane impasse in het bijzonder aan een van partijen verweten kan worden. Zo is onduidelijk gebleven om welke reden of redenen Centaurus c.s. zich in de algemene vergadering van aandeelhouders van 5 september 2006 niet hebben gemengd in de aldaar gevoerde discussie, waarom zij Stork en haar medeaandeelhouders niet voorafgaand aan de algemene vergadering van aandeelhouders van 12 oktober 2006 in kennis hebben gesteld van haar opvattingen over het bij Stork te voeren beleid en waarom na de bespreking op 11 november 2006 te Parijs door Centaurus c.s. ondanks haar toezegging niet is teruggekomen op hetgeen in die bespreking naar voren is gebracht. Als Centaurus c.s. wilden komen tot een vruchtbare dialoog is niet goed te begrijpen waarom zij in haar brieven aan het bestuur onderscheidenlijk de raad van commissarissen van Stork er bij herhaling voor hebben gekozen reeds bij de eerste gelegenheid onder de aandacht te brengen dat zij van Stork zekere maatregelen verwachtten onderscheidenlijk eisten en zij bij het uitblijven daarvan (rechts)middelen zouden aanwenden of die in het vooruitzicht stelden. Van de zijde van Stork is onduidelijk gebleven om welke reden de raad van commissarissen van Stork (onder meer) het verzoek in de brief van Centaurus c.s. van 19 oktober 2006 niet heeft gehonoreerd in die zin dat tussen Centaurus c.s. en - uitsluitend - leden van de raad van commissarissen overleg is gevoerd. Daarbij dient in het oog te worden gehouden dat Centaurus c.s., gelet op haar kwantitatieve positie als aandeelhouder van Stork, hebben te gelden als een (conglomeraat van) aandeelhouders die (dat) in de vennootschap Stork een rol van betekenis toekomen (toekomt) in het stelsel van checks and balances binnen de corporate governance van Stork en dat (ook) aan de raad van commissarissen in geschillen als hier aan de orde tussen aandeelhouders en het bestuur een bijzondere en met name bemiddelende rol is toebedacht. Van de zijde van Stork is ook onduidelijk gebleven waarom omtrent de vermeende overtreding door Centaurus c.s. van de bepalingen van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 niet voorafgaand overleg met Centaurus c.s. is gevoerd althans van het voornemen van Stork melding is gemaakt.
3.5 Bij hetgeen hiervoor is overwogen voegt zich dat bij het uitoefenen door de Stichting van het recht tot het nemen van de meergenoemde beschermingsprefs en de uitgifte daarvan door Stork vraagtekens zijn te plaatsen. Het in stelling brengen van de als bescherming tegen een vijandige overname of een vijandige overval in het leven geroepen mogelijkheid van uitgifte van preferente aandelen komt immers voorshands voor in strijd te zijn met de redelijkheid en billijkheid die ingevolge artikel 2:8 BW door een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken (onder wie onderscheidenlijk waaronder in het onderhavige geval de Stichting moet worden begrepen) in acht moet worden genomen en staat op gespannen voet met de nog slechts onlangs na uitvoerig publiek en politiek debat in de wet opgenomen wijzigingen in het wettelijke structuurregime met betrekking tot de rechten en bevoegdheden van houders van aandelen in ter beurze genoteerde vennootschappen en met hetgeen dienaangaande is neergelegd in de Nederlandse corporate governance code van 9 december 2003. De Ondernemingskamer zal hierna in het kader van de vraag of wat de geplaatste beschermingsprefs betreft aanleiding bestaat tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen nadere overwegingen aan de uitgifte daarvan wijden. Deze overwegingen worden als hier ingelast beschouwd.
3.6 Op grond van het vorenoverwogene is de conclusie dat sprake is van gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid van Stork, die een onderzoek daarnaar rechtvaardigen. De Ondernemingskamer zal dat onderzoek ook bevelen. In dit verband overweegt de Ondernemingskamer nog dat het afwijzen van het verzoek van Centaurus c.s. voor zover het strekt tot het bevelen van een onderzoek tot meer dan waarschijnlijk gevolg zal hebben dat de verstoring van de verhoudingen, gelet op hetgeen is komen vaststaan en op hetgeen hiervoor is overwogen, voor onbepaalde tijd zal voortduren, hetgeen als uitermate schadelijk voor (de onderneming van) Stork moet worden beschouwd, en dat een voor alle betrokkenen aanvaardbare en te rechtvaardigen oplossing van de gerezen geschillen overigens niet in het verschiet ligt, alsmede dat sanering en herstel van gezonde verhoudingen bij uitstek als doel van de wettelijke regeling inzake het enquêterecht hebben te gelden.
3.7 Stork heeft nog aangevoerd dat, ook als de Ondernemingskamer tot het oordeel zou komen dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid van Stork, een afweging van de belangen van de bij het geding betrokken partijen ertoe moet leiden dat het verzoek van Centaurus c.s. voor zover het strekt tot het bevelen van een onderzoek niettemin moet worden afgewezen. Stork heeft in dat verband gewezen op de belangen van haarzelf, haar werknemers, haar opdrachtgevers en haar (andere) aandeelhouders en op de risico's van het voortduren dan wel ontstaan van onrust en onzekerheid rond Stork. De Ondernemingskamer wijst de bezwaren van Stork tegen een onderzoek van de hand, nu uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat en waarom een onderzoek - mede in het belang van Stork - noodzakelijk is en deze bezwaren - dus - van onvoldoende gewicht zijn.
3.8 Nu door Centaurus c.s. een onderzoek is gevraagd over de periode vanaf 1 september 2005 en tegen een vaststelling van een dergelijke onderzoeksperiode door Stork en belanghebbenden geen bezwaren zijn geuit, zal de Ondernemingskamer het verzoek ook in deze zin honoreren.
3.9 Zoals eerder is weergegeven heeft Stork voor het geval de Ondernemingskamer een onderzoek zal bevelen, verzocht het onderzoek mede te doen uitstrekken tot het handelen van Centaurus c.s. over de periode vanaf 1 september 2005. Naar haar stellingen zou in dat geval aandacht moeten worden besteed aan de vragen op welke wijze Centaurus c.s. haar belang in Stork hebben opgebouwd, hoe de verhouding bij Centaurus c.s. is tussen de door haar beheerde fondsen en de beheerders daarvan en welke afspraken in dat verband bestaan, wie de investeerders van Centaurus c.s. zijn en welke afspraken met hen zijn gemaakt, onderscheidenlijk welke toezeggingen en welke (rendements)voorspellingen aan hen zijn gedaan dan wel welke verwachtingen bij hen zijn gewekt en hoe de beloningsstructuur bij Centaurus c.s. is. Voor zover de opgeworpen vragen een onderzoek naar de interne huishouding van individuele aandeelhouders vergen, gaan zij naar het oordeel van de Ondernemingskamer evenwel het kader van een enquête te buiten. Voor zover zij tot een onderzoek bij derden aanleiding geven, is het verzoek niet voor toewijzing vatbaar. Het onderzoek zal dus slechts Stork en haar organen (kunnen) betreffen. Dat neemt niet weg dat, nu een van de gronden voor het te bevelen onderzoek is gelegen in de verstoorde verhoudingen en het gebrek aan vertrouwen tussen het bestuur en de raad van commissarissen enerzijds en Centaurus c.s. anderzijds, uiteraard aandacht dient te worden besteed aan de vraag en dus onderzocht moet worden hoe Centaurus c.s. zich als aandeelhouders hebben gedragen. In zoverre berust het verzoek van Stork op goede gronden. Het is evenwel aan de te benoemen onderzoekers om te bepalen op welke wijze zij zich daarvan op de hoogte zullen (doen) stellen en binnen welke grenzen zulks dient te en kan geschieden. In dat verband verdient nog opmerking dat de onderzoekers desgewenst onder meer de Ondernemingskamer op de voet van artikel 2:351 lid 2 BW kunnen verzoeken te worden gemachtigd tot het raadplegen van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers en het zich doen tonen van de bezittingen van rechtspersonen die nauw verbonden zijn met Stork en dat zij voorts gegevens kunnen verzamelen omtrent het beleid van (rechts)personen die betrekkingen (hebben) onderhouden met Stork indien de onderzoekers dat voor het doel van het onderzoek nuttig achten. Geenszins is op voorhand uit te sluiten dat het daarbij kan gaan om Centaurus c.s. zelf of om (rechts)personen die indirect, namelijk via Centaurus c.s., met Stork verbonden zijn of met haar betrekkingen onderhouden.
Het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen
3.10 Omtrent het verzoek van Centaurus c.s. tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen, het daartegen gerichte verweer en de verzoeken in dit verband van de COR, de werknemersorganisaties en VEB overweegt de Ondernemingskamer als volgt.
3.11 Wat betreft de vraag of het verzoek van Centaurus c.s. om - kort gezegd - te verhinderen dat de Stichting als houder van de beschermingsprefs invloed, en met name beslissende invloed kan uitoefenen in de algemene vergadering van aandeelhouders van Stork, verwijst de Ondernemingskamer in de eerste plaats naar hetgeen zij hiervoor omtrent de uitgifte van die beschermingsprefs heeft overwogen in verband met de vraag of een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Stork dient te worden bevolen.
3.12 Voorts moet in aanmerking worden genomen dat Centaurus c.s. zich sinds 19 december 2006 geconfronteerd weten met een medegrootaandeelhouder, de Stichting - van wie zij overigens betwisten en ook op voorhand betwistten dat deze op rechtmatige wijze aandeelhouder van Stork is geworden -, die in de verhoudingen binnen Stork tot 19 december 2006 als buitenstaander had te gelden en thans, beoordeeld naar de stemgerechtigdheid, als belangrijkste aandeelhouder van Stork moet worden aangemerkt, ook al is zij dat zonder dat zij op dezelfde wijze en in dezelfde omvang risicodragend kapitaal aan Stork heeft verschaft als reguliere aandeelhouders zoals Centaurus c.s. Door de uitgifte van de beschermingsprefs is het - verwachte en reeds eerder gebleken - overwicht van Centaurus c.s. in de, al of niet buitengewone, algemene vergaderingen van aandeelhouders van Stork en dus ook in die van 18 januari 2007 - op welk overwicht zij in geval van de (gebruikelijke) afwezigheid ter vergadering van voldoende met haar van mening verschillende gewone aandeelhouders in beginsel ook met recht aanspraak kunnen maken gelet op het kwantitatieve belang van haar aandeelhoudersbezit - ongedaan gemaakt. Wat die laatste vergadering betreft geldt bovendien dat de Stichting op voorhand bekend heeft gemaakt daarin tégen de geagendeerde voorstellen als hiervoor in 2.34 vermeld te zullen stemmen. Daarmee is thans al duidelijk dat die voorstellen door de algemene vergadering van aandeelhouders van Stork zullen worden verworpen. Een en ander betekent dat de houders van gewone aandelen die tot 19 december 2006 de enige aandeelhouders van Stork waren, in het debat - dat zou worden gevoerd en op 18 januari 2007 nog zou moeten worden gevoerd - over de aan hen toekomende bevoegdheid om te besluiten tot het opzeggen van het vertrouwen in de raad van commissarissen van Stork in de zin van artikel 20 lid 1 van de statuten van Stork en van artikel 2:161a lid 1 BW, de facto buitenspel zijn komen te staan. Daaraan doet niet af dat naar de kennelijke en niet zonder grond zijnde verwachting van de Stichting en van Stork zonder het aantreden van de Stichting als aandeelhouder van Stork de uitslag van de stemmingen op de vergadering van 18 januari 2007 ook reeds op voorhand vaststond, zij het dan in tegengestelde zin. Verder moet in aanmerking worden genomen dat - ook al is dat niet steeds onderscheidenlijk op zichzelf en zonder meer beslissend - naar aan te nemen valt in 1986 en in 1990 bij gelegenheid van het verlenen aan de Stichting van de call optie op de preferente aandelen, niet de situatie onder ogen is gezien dat aandeelhouders van een structuurvennootschap als gevolg van gewijzigde opvattingen over de bevoegdheden van de diverse organen van een vennootschap en over wat heden ten dage ook hier te lande (goede) corporate governance is gaan heten, het in de wet verankerde recht hebben het vertrouwen in de raad van commissarissen op te zeggen met het gevolg het ontslag van de leden van de raad van commissarissen van rechtswege. Voorts moet in aanmerking worden genomen dat er geenszins op voorhand of zonder meer of vanzelfsprekend van kan worden uitgegaan dat de wens van Centaurus c.s. het vertrouwen in de raad van commissarissen op te zeggen als aanleiding voor de uitoefening door de Stichting van het haar toegekende optierecht, kan worden beschouwd als een "vijandige overname" dan wel een "overval" met het oog waarop blijkens de destijds gegeven toelichting dat recht is verleend. Ook al moet Stork en de Stichting worden toegegeven dat, hetgeen overigens voor de hand ligt en waaraan daarom in het verband van de hier aan de orde zijnde vraag slechts beperkte betekenis toekomt, de formulering in de optieovereenkomst en de statuten van de Stichting ruim is, er kan niet aan worden voorbijgegaan dat het toekennen van het optierecht aan de Stichting werd gerechtvaardigd, zoals hiervoor in 2.8 is weergegeven, ter voorkoming van wat destijds heette een "malafide overval" en ter bescherming tegen wie destijds werd genoemd een "raider". Ook al verwerpen Stork en de Stichting - wellicht op goede gronden, hetgeen in verband met de hier te beoordelen vragen in het midden kan blijven - de opvattingen van Centaurus c.s. omtrent hetgeen als meest profijtelijke strategie voor Stork geldt, het valt niet in te zien dat het gebruik willen maken door Centaurus c.s. als reeds meer of minder langdurig zittende aandeelhouders van het in artikel 2:161a BW toegekende recht het vertrouwen in de raad van commissarissen van Stork op te zeggen, kan kwalificeren als niet gewenste overval of overname als bedoeld in de optieovereenkomst en de statuten van de Stichting of dat zij kunnen worden aangemerkt als "malafide overvallers" onderscheidenlijk "raiders". De andersluidende opvatting dienaangaande van Stork en de Stichting komt er in de kern genomen op neer dat een als beschermingsconstructie in het leven geroepen call optie tegen een vijandige overname in de gebruikelijke zin van die woorden, de uitoefening door aandeelhouders van het recent toegekende wettelijke recht het vertrouwen in de raad van commissarissen van een structuurvennootschap als Stork op te zeggen, kan blokkeren en in wezen permanent illusoir kan maken. Niet goed valt in te zien dat en op welke grond zulks valt te rechtvaardigen. Ten slotte kan er in dit verband niet aan worden voorbijgegaan dat beschermingsconstructies als de onderhavige in beginsel niet verder kunnen strekken dan het bestuur en de raad van commissarissen gedurende een zekere tijd de gelegenheid geven zich te vergewissen van de voornemens van een aandeelhouder die overwegende zeggenschap wenst te verkrijgen en met hem te kunnen overleggen over diens opvattingen omtrent het door hem wenselijk geachte beleid en daarover met de medeaandeelhouders te (kunnen) overleggen alsmede om alternatieven te onderzoeken. In de onderhavige zaak is die gelegenheid ruimschoots aanwezig geweest en ook - zij het zonder dat dienaangaande overeenstemming of resultaat is bereikt - benut.
3.13 Al hetgeen hiervoor is overwogen kan slechts leiden tot de slotsom dat voorshands moet worden geoordeeld dat het inroepen door de Stichting van het recht beschermingsprefs te nemen en het uitgeven daarvan door Stork de op artikel 2:8 BW gestoelde kritiek niet kan doorstaan. De Ondernemingskamer acht dan ook termen aanwezig te verhinderen dat de Stichting beslissende invloed kan uitoefenen in de algemene vergadering van aandeelhouders van Stork. Het vooralsnog schorsen van het stemrecht op de door haar thans gehouden beschermingsprefs is daartoe op zichzelf voldoende. Nu de advocaat van de Stichting ter terechtzitting evenwel heeft doen zeggen dat ingeval de Ondernemingskamer tot dat oordeel zou komen zij de verdergaande voorziening dient te treffen dat wordt geboden dat de uitgegeven beschermingsprefs worden ingetrokken, zal de Ondernemingskamer die voorziening, die haar in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen eveneens doeltreffend voorkomt, dan ook treffen.
3.14 Hetgeen hiervoor is overwogen noopt tot beoordeling van de voorwaardelijke verzoeken van de COR en de werknemersorganisaties die er - samengevat - toe strekken te verhinderen dat door de aandeelhouders wordt besloten tot opzegging van het vertrouwen in de raad van commissarissen van Stork en tot wijziging van haar statuten. Daaromtrent geldt het volgende. De standpuntbepaling van Centaurus c.s. is gebaseerd op een diepgaand verschil van inzicht omtrent de door Stork in haar onderneming te voeren strategie. Het is, in beginsel, niet aan de Ondernemingskamer te beslissen welke strategie een vennootschap met betrekking tot haar ondernemingsbeleid dient te volgen of welke visie in geval van verschil van inzicht daaromtrent de juiste is. Discussies daaromtrent dienen te worden gevoerd in het kader van het Nederlandse vennootschapsrecht en heersende opvattingen omtrent corporate governance, die er kort gezegd op neer komen dat het bepalen van de strategie in beginsel een aangelegenheid is van het bestuur, dat indien een raad van commissarissen is ingesteld deze daarop toezicht houdt en dat de algemene vergadering van aandeelhouders haar opvattingen tot uitdrukking kan brengen door uitoefening van de haar in wet en statuten toegekende rechten, waaronder sinds 1 oktober 2004 in geval van een structuurvennootschap het recht het vertrouwen in de raad van commissarissen op te zeggen. Dat neemt niet weg dat uitoefening van rechten en bevoegdheden kan worden getoetst, ook in rechte.
3.15 Voor zover de discussie tussen Centaurus c.s. enerzijds en het bestuur en de raad van commissarissen van Stork anderzijds de juistheid en superioriteit van ieders visie op de gewenste strategie van Stork betreft, leidt deze discussie in dit geding tot het, in het kader van de vraag of een onderzoek dient te worden bevolen, reeds impliciet gegeven oordeel dat de strategie van Stork geen aanleiding is voor twijfel aan een juist beleid. Daarmee is de hier aan de orde zijnde vraag evenwel nog niet beantwoord.
3.16 De Ondernemingskamer kan niet anders dan vaststellen dat sinds het aantreden van Vollebregt als voorzitter van het bestuur van Stork de door Stork gevolgde strategie vruchten afwerpt. Zulks is kenbaar uit, ook in dit geding gepresenteerde, openbare bronnen en gegevens en met name ook uit het verloop van de koers van de aandelen in Stork ter beurze. De Ondernemingskamer kan verder niet anders dan vaststellen dat het bestuur van Stork zeer brede steun ondervindt voor het gevoerde en te voeren beleid. Behalve Centaurus c.s. en (de moedervennootschap van) Marel HF, die in de bepaling van haar positie als aandeelhouder van Stork kennelijk een eigen ondernemingsbelang heeft, wordt dat beleid gesteund door de raad van commissarissen van Stork, de COR van Stork, de werknemers van Stork, de werknemersorganisaties en de zakelijke relaties van Stork, maar ook door een de belangen van aandeelhouders behartigende organisatie als VEB, die in het algemeen is gekant tegen het gebruik van beschermingsconstructies, maar dat gebruik in dit geval niettemin kan billijken in verband met het vertrouwen dat zij stelt in de huidige leiding van Stork. Stork heeft er voorts - onweersproken - op gewezen dat andere houders van aandelen in haar kapitaal dan Centaurus c.s., zoals gerespecteerde institutionele beleggers als DeltaLloyd, Robeco en Arlington Investors, het beleid van het bestuur van Stork breed dragen. Zelfs in het geheel niet direct bij Stork of bij deze zaak betrokken, vanwege hun deskundigheid bekend staande derden als ISS Corporate Services en Glass Lewis hebben hun cliënten geadviseerd tegen de voorstellen van Centaurus c.s., zoals deze aan de orde zijn in de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 18 januari 2007, te stemmen.
3.17 Tegen de achtergrond van dit een en ander lijkt moeilijk te ontkomen aan de conclusie dat niet alleen niet gezegd kan worden dat het strategisch beleid van Stork de toets der kritiek niet kan doorstaan, maar mag er van worden uitgegaan dat dat beleid als deugdelijk en op goede argumenten gebaseerd moet worden beschouwd. Dat laatste kan niet althans niet zonder meer worden gezegd van de strategie die Centaurus c.s. voorstaan. Tegenover de gemotiveerde uiteenzetting van Stork dat en waarom het volgen van de wensen van Centaurus c.s., althans in ieder geval op de korte termijn, grote risico's voor alle bij Stork betrokken belangen in zich bergt, hebben Centaurus c.s. in dit geding geen althans in ieder geval onvoldoende toetsbare argumenten aangevoerd op grond waarvan tot het oordeel kan worden gekomen dat niet van zodanige risico's sprake is onderscheidenlijk dat de door haar voorgestane strategie de voorkeur verdient. Het door haar in dit verband als productie 15 in het geding gebrachte stuk ten behoeve van de gedachtewisseling in de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 12 oktober 2006 kan wel gelden als presentatie maar niet als zodanige argumentatie. Zulks is overigens mede het gevolg van de wijze waarop Centaurus c.s. deze presentatie ter kennis hebben gebracht van het bestuur, de raad van commissarissen en de andere aandeelhouders van Stork, immers door het desbetreffende stuk eerst ter vergadering uit te reiken en toe te lichten. Zulks sloot een zinvolle gedachtewisseling in die vergadering welhaast op voorhand uit.
3.18 Ten slotte moet worden vastgesteld dat Centaurus c.s. zich tot voor kort met het beleid van Stork hebben kunnen verenigen. Zij hebben immers in de algemene vergadering van aandeelhouders van 10 maart 2006 ingestemd met dat beleid en het bestuur en de raad van commissarissen toen decharge verleend voor het door dezen - tot en met het boekjaar 2005 - gevoerde beleid.
3.19 De slotsom van dit alles moet dan ook zijn dat, ook bij een uiterst terughoudende toetsing van de (beoogde) bevoegdheidsuitoefening door Centaurus c.s. aan de, ook door aandeelhouders in acht te nemen redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 2:8 BW, niet, althans niet reeds thans of zonder beoordeling van de uitkomsten van het in deze te verrichten onderzoek, kan worden aanvaard, zulks in verband met de daaraan verbonden, mogelijk grote risico's, dat Stork wordt gedwongen haar strategie te verlaten en te kiezen voor die van Centaurus c.s.
3.20 De Ondernemingskamer acht het dan ook geboden er in te voorzien dat Stork voorshands niet gedwongen kan worden tot een min of meer radicale wijziging van haar strategische koers enkel omdat in verband met het bepaalde in artikel 2:161a BW de algemene vergadering - al of niet met vertraging - haar daartoe zou kunnen dwingen. Dat in aanmerking nemende en lettend op de zonder twijfel als onstabiel en onzeker aan te merken toestand die bij Stork zal ontstaan als de algemene vergadering van aandeelhouders het vertrouwen in haar raad van commissarissen zou opzeggen, alsmede in aanmerking nemende het belang dat er in is gelegen dat spoedig wordt gewerkt aan sanering en herstel van de goede verhoudingen binnen Stork, zal de Ondernemingskamer in de eerste plaats de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 18 januari 2007 verbieden te stemmen over de hiervoor in 2.34 weergegeven voorstellen van Centaurus c.s. met betrekking tot het opzeggen van het vertrouwen in de raad van commissarissen en het doen onderwerpen van grote (des)investeringen aan de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders en daarover besluiten te nemen en in de tweede plaats drie commissarissen benoemen aan wie bij uitsluiting de bevoegdheid toekomt tot het vaststellen van de agenda van de algemene vergaderingen van aandeelhouders en die een doorslaggevende stem hebben met betrekking tot aangelegenheden betreffende de strategie van Stork en van aangelegenheden die Stork en Centaurus c.s. verdeeld houden, zulks ter beoordeling van deze commissarissen.
3.21 Stork heeft ook in verband met het verzoek voor zover het strekt tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen aangevoerd dat, ook als de Ondernemingskamer tot het oordeel zou komen dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid van Stork, een afweging van de belangen van de bij het geding betrokken partijen ertoe moet leiden dat het verzoek van Centaurus c.s. ook in zoverre moet worden afgewezen. De Ondernemingskamer wijst ook de bezwaren van Stork in dit verband van de hand, nu ook hier uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat en waarom de Ondernemingskamer het treffen van onmiddellijke voorzieningen noodzakelijk acht.
De slotsom
3.22 In het vorenstaande ligt besloten dat de Ondernemingskamer afwijst al hetgeen door partijen overigens of meer is verzocht.
3.23 De kosten van het geding zal de Ondernemingskamer tussen partijen compenseren zoals hierna te vermelden.
4. De beslissing
De Ondernemingskamer:
beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Stork N.V., gevestigd te Naarden, over de periode vanaf 1 september 2005 in voege zoals in deze beschikking is omschreven;
benoemt twee nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken personen teneinde voormeld onderzoek te verrichten;
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op ? 250.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat Stork N.V. de kosten van het onderzoek zal betalen en dat zij ten genoege van de onderzoekers zekerheid dient te stellen voor de betaling van de kosten van het onderzoek;
benoemt drie nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken personen tot commissaris van Stork N.V., aan welke commissarissen, in zoverre in afwijking van de statuten van Stork N.V., bij uitsluiting de bevoegdheid toekomt agenda's voor gewone en buitengewone algemene vergaderingen van aandeelhouders vast te stellen en voorts doorslaggevende stem toekomt met betrekking tot aangelegenheden betreffende de strategie van Stork N.V. en van aangelegenheden die Stork N.V. en Centaurus c.s. verdeeld houden, zulks ter beoordeling van deze commissarissen;
bepaalt dat de salarissen en de kosten van deze commissarissen ten laste komen van Stork N.V. en dat Stork N.V. voor de betaling daarvan ten genoege van deze commissarissen vóór de aanvang van hun werkzaamheden zekerheid dient te stellen;
verbiedt de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van Stork N.V. op 18 januari 2007 dan wel op enig ander tijdstip gedurende de loop van dit geding te stemmen over de in 2.34 vermelde geagendeerde voorstellen met betrekking tot het opzeggen van het vertrouwen in de raad van commissarissen van Stork N.V. en het doen goedkeuren van acquisities en desinvesteringen door de algemene vergadering van aandeelhouders dan wel andere voorstellen met een vergelijkbare strekking en daarover besluiten te nemen;
beveelt Stork N.V. de bij Stichting Stork uitstaande cumulatief preferente aandelen B in haar kapitaal per heden in te (doen) trekken en beveelt Stichting Stork zulks te gehengen en te gedogen en daaraan haar medewerking te verlenen;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van het geding tussen partijen aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. Willems, voorzitter, mr. Faase en mr. Van Loon, raadsheren, prof. dr. Klaassen RA en Den Hoed RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. Van Wees en mr. Hogeterp, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 17 januari 2007.
coll.: