NJ 1993, 210
Hof Amsterdam (Ondernemingskamer), 15-10-1992, nr. 24/92OK: Heuga Holding
Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 15-10-1992, ECLI:NL:GHAMS:1992:AC4363, m.nt. J.M.M. Maeijer (Heuga Holding)
- Instantie
Hof Amsterdam (Ondernemingskamer)
- Datum
15 oktober 1992
- Magistraten
Vermeulen, Ten Kley, IJsselmuiden, Nabbe, Bunt
- Zaaknummer
24/92OK
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AC4363
- Roepnaam
Heuga Holding
- JCDI
JCDI:ADS112813:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Corporate governance
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1992:AC4363, Uitspraak, Hof Amsterdam (Ondernemingskamer), 15‑10‑1992
- Wetingang
BW art. 2:268; WOR art. 25; WOR art. 26
Essentie
Ondernemingsraad; adviesrecht in concernverhouding met betrekking tot structuurregime; beroepstermijn.
Samenvatting
De termijn, als bedoeld in art. 26 lid 2 Wet op de ondernemingsraden (WOR), vangt eerst aan op het tijdstip waarop de ondernemingsraad schriftelijk van een besluit in kennis is gesteld.
Indien binnen het Nederlandse deel van een internationaal concern geen centraal medezeggenschapsorgaan bestaat, komen de bevoegdheden met betrekking tot het doen van aanbevelingen tot en het maken van bezwaren tegen benoeming van leden van een raad van commissarissen toe aan de ondernemingsraad van de met een dochtermaatschappij verbonden onderneming.
Het standpunt van de ondernemer, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.