NJ 1984, 571
Hof Amsterdam (Ondernemingskamer), 23-06-1983, nr. 13/83OK: Hyster
Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 23-06-1983, ECLI:NL:GHAMS:1983:AC8038, m.nt. J.M.M. Maeijer (Hyster)
- Instantie
Hof Amsterdam (Ondernemingskamer)
- Datum
23 juni 1983
- Magistraten
Van Slooten, Joosten, Van Schilfgaarde, Schoonderbeek, Verburg
- Zaaknummer
13/83OK
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AC8038
- Roepnaam
Hyster
- JCDI
JCDI:ADS155655:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1983:AC8038, Uitspraak, Hof Amsterdam (Ondernemingskamer), 23‑06‑1983
- Wetingang
BW art. 2:350
Essentie
Inkrimping bedrijf: verzoek vakbonden tot instellen enquête toegewezen.
Samenvatting
In de verhouding tussen een moeder- en een dochtervennootschap, zoals die in het onderhavige geval bestaat tussen de in de USA gevestigde Hyster Company en de in Nederland gevestigde Hyster BV, kan de moedervennootschap aan de dochtervennootschap richtlijnen en aanwijzingen geven, waaraan die dochtervennootschap zich door haar afhankelijkheid van de moedermaatschappij in het algemeen moeilijk kan onttrekken. Dit laat echter onverlet de eigen rechten en verplichtingen van de dochtervennootschap als rechtspersoon naar Nederlands recht.
Betwijfeld dient te worden of Hyster BV zich overeenkomstig die eigen verantwoordelijkheid heeft gedragen. Dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.