NJ 1984, 481
Hof Amsterdam (Ondernemingskamer), 26-05-1983, nr. 7/83OK: Linders/Hofstee
Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 26-05-1983, ECLI:NL:GHAMS:1983:AC8007, m.nt. J.M.M. Maeijer (Linders/Hofstee)
- Instantie
Hof Amsterdam (Ondernemingskamer)
- Datum
26 mei 1983
- Magistraten
Van Slooten, Joosten, Wiegel, Kleerekoper, Nabbe
- Zaaknummer
7/83OK
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AC8007
- Roepnaam
Linders/Hofstee
- JCDI
JCDI:ADS155735:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1983:AC8007, Uitspraak, Hof Amsterdam (Ondernemingskamer), 26‑05‑1983
- Wetingang
BW art. 2:355
Essentie
Tegenstrijdig belang tussen rechtspersoon en commissaris.
Samenvatting
Y, enig aandeelhouder van Y BV, is één van de twee commissarissen van X BV. X BV koopt van Y al diens aandelen in Y BV. Een verzoek tot het instellen van een enquete naar die transactie is door de Ondernemingskamer toegewezen. In zijn verslag concludeert de door de Ondernemingskamer benoemde onderzoeker dat er geen wanbeleid is geweest.
In de onderhavige procedure, waarin door verzoekster aan de Ondernemingskamer wordt verzocht voorzieningen te treffen, overweegt de Ondernemingskamer niet aan de uitkomst van een door een onderzoeker ingesteld onderzoek te zijn gebonden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.