NJ 2017/268
Bestanddeel ‘ambtenaar’ in art. 362 Sr is geobjectiveerd, maar dat sluit AVAS niet uit.
HR 14-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:231, m.nt. N. Rozemond
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/03241
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
N. Rozemond
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110856:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Ambtenarenrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:231, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:62, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑07‑2015
- Wetingang
Art. 362 (oud) Sr; art. 358 lid 3 Sv
Essentie
Bestanddeel ‘ambtenaar’ in art. 362 Sr en AVAS.
Het bestanddeel ‘ambtenaar’ in art. 362 lid 1 (oud) Sr (passieve ambtelijke omkoping) is geobjectiveerd, zodat opzet of schuld ten aanzien daarvan niet hoeft te worden bewezen. Dat sluit echter niet uit dat sprake kan zijn van verontschuldigbare onbewustheid van het zijn van ambtenaar, zodat een beroep op afwezigheid van alle schuld te dien aanzien niet buiten beoordeling mag worden gelaten.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 3 juli 2015, nummer 23/002660-13, in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.