Einde inhoudsopgave
Klachtenregeling van het hof
Artikel 7 Geen verplichting tot klachtbehandeling
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2001
- Bronpublicatie:
31-05-2001, Stcrt. 2001, 135 (uitgifte: 17-07-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2001, Stcrt. 2001, 135 (uitgifte: 17-07-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Klachtbehandeling
1.
Het bestuur is niet verplicht de klacht te behandelen indien zij betrekking heeft op een gedraging:
- a.
waarover door de klager reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van deze regeling is afgedaan;
- b.
die langer dan zes maanden voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;
- c.
waartegen de klager bezwaar als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht kan of had kunnen maken;
- d.
waartegen de klager beroep als bedoeld in artikel 1:5, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht kan of had kunnen instellen;
- e.
die anderszins door het instellen van een procedure aan het oordeel van een rechterlijke instantie kon of had kunnen worden onderworpen;
- f.
zolang terzake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.
2.
Het bestuur is niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.
3.
Van het niet in behandeling nemen van de klacht stelt het bestuur de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis.