Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/90/EU inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad
Artikel 8 Normen voor uitrusting van zeeschepen
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 02-08-2026.
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1689 (uitgifte: 12-07-2024, regelingnummer: 2024/1689)
- Inwerkingtreding
01-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1689 (uitgifte: 12-07-2024, regelingnummer: 2024/1689)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Onverminderd Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2), zet de Unie zich ervoor in dat de IMO en normalisatie-instellingen passende internationale normen ontwikkelen, waaronder gedetailleerde technische specificaties en beproevingsnormen, voor uitrusting van zeeschepen waarvan het gebruik of de installatie aan boord van schepen nodig wordt geacht om de maritieme veiligheid en de voorkoming van mariene verontreiniging te verbeteren. De Commissie controleert deze ontwikkeling regelmatig.
2.
Bij gebrek aan een internationale norm voor een specifiek uitrustingsonderdeel van zeeschepen wordt, in uitzonderlijke omstandigheden die naar behoren, aan de hand van een passende analyse, gerechtvaardigd zijn met het oog op het wegnemen van een ernstige en onaanvaardbare bedreiging voor de maritieme veiligheid, de gezondheid of het milieu, en rekening houdend met eventuele lopende werkzaamheden op het niveau van de IMO, aan de Commissie de bevoegdheid toegekend om door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 37 geharmoniseerde technische specificaties en beproevingsnormen vast te stellen voor dat specifieke uitrustingsonderdeel van zeeschepen.
Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens de voorbereiding van deze gedelegeerde handelingen deskundigen, onder meer uit de lidstaten, raadpleegt.
Deze technische specificaties en beproevingsnormen worden voorlopig toegepast totdat de IMO een norm voor dat specifieke uitrustingsonderdeel van zeeschepen vaststelt.
3.
In uitzonderlijke omstandigheden die naar behoren, aan de hand van een passende analyse, gerechtvaardigd zijn, en indien zulks noodzakelijk is voor het wegnemen van een vastgestelde onaanvaardbare bedreiging voor de maritieme veiligheid, de gezondheid of het milieu ingevolge een ernstige tekortkoming of onregelmatigheid in een bestaande norm voor een specifiek uitrustingsonderdeel van zeeschepen als bepaald door de Commissie overeenkomstig artikel 35, lid 2 of lid 3, en rekening houdend met eventuele lopende werkzaamheden op het niveau van de IMO, wordt aan de Commissie de bevoegdheid toegekend om door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 37 geharmoniseerde technische specificaties en beproevingsnormen voor dat specifieke uitrustingsonderdeel van zeeschepen vast te stellen, voor zover dat nodig is om enkel de ernstige tekortkoming of onregelmatigheid te verhelpen.
Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens de voorbereiding van deze gedelegeerde handelingen deskundigen, onder meer uit de lidstaten, raadpleegt.
Die technische specificaties en beproevingsnormen worden voorlopig toegepast totdat de IMO de toepasselijke norm voor dat specifieke uitrustingsonderdeel van zeeschepen heeft herzien.
4.
De overeenkomstig de leden 2 en 3 vastgestelde technische specificaties en normen worden gratis ter beschikking gesteld door de Commissie.
5.
Voor artificiële-intelligentiesystemen die veiligheidscomponenten zijn in de zin van Verordening (EU) 2024/1689 van het Europees Parlement en de Raad (1), neemt de Commissie bij het uitvoeren van haar activiteiten krachtens lid 1 en bij het vaststellen van technische specificaties en testnormen overeenkomstig de leden 2 en 3 de eisen van hoofdstuk III, hoofdstuk 2, van die verordening in aanmerking.
Voetnoten
Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).
Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).
Verordening (EU) 2024/1689 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 tot vaststelling van geharmoniseerde regels betreffende artificiële intelligentie en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 300/2008, (EU) nr. 167/2013, (EU) nr. 168/2013, (EU) 2018/858, (EU) 2018/1139 en (EU) 2019/2144 en de Richtlijnen 2014/90/EU, (EU) 2016/797 en (EU) 2020/1828 (verordening artificiële intelligentie) (PB L, 2024/1689, 12.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1689/oj).