NJ 2014/354
Vrijheid van beroep en recht te werken, vrijheid van ondernemerschap, recht op eigendom, recht op een doeltreffende voorziening in rechte en een onpartijdig gerecht, beginsel ne bis in idem. Kansspelen. Beperkende regeling van lidstaat. Bestuurlijke en strafrechtelijke sancties. Dwingende vereisten van algemeen belang.
HvJ EU 30-04-2014, ECLI:EU:C:2014:281, m.nt. M.R. Mok (Robert Pfleger e.a.)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
30 april 2014
- Magistraten
M. Ilešič, C.G. Fernlund, A.Ó. Caoimh, C. Toader, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-390/12
- Conclusie
A-G E. Sharpston
- Noot
M.R. Mok
- Roepnaam
Robert Pfleger e.a.
- JCDI
JCDI:ADS127877:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
EU-recht / Rechtsbescherming
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2014:281, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 30‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Landesverwaltungsgericht Oberösterreich bij beslissing van 10 augustus 2012.
Vrijheid van beroep en recht te werken, vrijheid van ondernemerschap, recht op eigendom, recht op een doeltreffende voorziening in rechte en een onpartijdig gerecht, beginsel ne bis in idem. Kansspelen. Beperkende regeling van lidstaat. Bestuurlijke en strafrechtelijke sancties. Dwingende vereisten van algemeen belang.
Samenvatting
Artikel 56 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling zoals die in de hoofdgedingen, voor zover die regeling niet werkelijk beoogt de speler te beschermen of criminaliteit te bestrijden en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.