Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/51/Euratom vaststelling voorschriften bescherming volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water
Bijlage II Controle van radioactieve stoffen
Geldend
Geldend vanaf 27-11-2013
- Bronpublicatie:
22-10-2013, PbEU 2013, L 296 (uitgifte: 07-11-2013, regelingnummer: 2013/51/Euratom)
- Inwerkingtreding
27-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2013, PbEU 2013, L 296 (uitgifte: 07-11-2013, regelingnummer: 2013/51/Euratom)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1. Algemene beginselen en controlefrequenties
Alle parameters waarvoor overeenkomstig artikel 5, lid 1, parameterwaarden moeten worden vastgesteld, worden aan controle onderworpen. Een specifieke parameter hoeft niet te worden gecontroleerd indien de bevoegde autoriteiten kunnen vaststellen dat gedurende een door hen te bepalen periode die parameter naar alle waarschijnlijkheid niet in een bepaalde voor menselijke consumptie bestemde watervoorziening voorkomt in concentraties die de overeenkomstige parameterwaarde kunnen overschrijden.
Indien, in het geval van natuurlijke radionucliden, uit voorgaande resultaten is gebleken dat de concentratie van radionucliden stabiel is, wordt de frequentie, in afwijking van de minimumeisen voor monsterneming in punt 6, vastgesteld door de lidstaat, die daarbij rekening houdt met de risico's voor de menselijke gezondheid. Een lidstaat hoeft het voor menselijke consumptie bestemde water niet te controleren op radon of tritium, noch de indicatieve dosis te bepalen, als hij, op basis van representatieve onderzoeken, controlegegevens of andere betrouwbare informatie, ervan overtuigd is dat de niveaus van radon, tritium of van de berekende indicatieve dosis gedurende een door hem te bepalen periode onder de in bijlage I vermelde respectieve parameterwaarden zullen blijven. In dat geval deelt hij de redenen voor zijn besluit mee aan de Commissie en levert hij de Commissie de documentatie die dat besluit onderbouwt, zoals de resultaten van onderzoeken en controles. In dit verband zijn de bepalingen met betrekking tot de minimumfrequenties voor monsterneming en analyse in punt 6, niet van toepassing.
2. Radon
De lidstaten zorgen ervoor dat representatieve onderzoeken worden uitgevoerd ter bepaling van de omvang en de aard van mogelijke blootstelling aan radon in voor menselijke consumptie bestemd water afkomstig van verschillende soorten grondwaterbronnen en -putten in verschillende geologische gebieden. De onderzoeken worden zodanig opgezet dat de onderliggende parameters, met name de geologische en hydrologische gesteldheid van het gebied, de radioactiviteit van het gesteente of de grond en het type put, geïdentificeerd en gebruikt kunnen worden om verdere maatregelen op gebieden van mogelijke hoge blootstelling te richten. Radonconcentraties worden gecontroleerd wanneer op grond van de resultaten van de representatieve onderzoeken of andere betrouwbare informatie kan worden aangenomen dat de overeenkomstig artikel 5, lid 1, vastgestelde parameterwaarde wellicht is overschreden.
3. Tritium
De lidstaten zorgen ervoor dat de controle van tritium in voor menselijke consumptie bestemd water wordt uitgevoerd wanneer er binnen het stroomgebied een antropogene bron van tritium of andere kunstmatige radionucliden is en niet op basis van andere bewakingsprogramma's of ander onderzoek kan worden aangetoond dat het tritiumniveau beneden de in bijlage I opgenomen parameterwaarde ligt. Wanneer op tritium moet worden gecontroleerd, moet deze controle worden uitgevoerd aan de hand van de in de tabel in punt 6 van deze bijlage aangegeven frequenties. Als de concentratie tritium de parameterwaarde overschrijdt, is een onderzoek naar de aanwezigheid van andere kunstmatige radionucliden noodzakelijk.
4. Indicatieve dosis
Controle van voor menselijke consumptie bestemd water op de indicatieve dosis moet worden uitgevoerd wanneer er een bron van kunstmatige of verhoogde natuurlijke radioactiviteit is en er niet op basis van andere representatieve controleprogramma's of ander onderzoek kan worden aangetoond dat het ID-niveau onder de in bijlage I opgenomen parameterwaarde ligt. Wanneer de niveaus van kunstmatige radionucliden moeten worden gecontroleerd, moet deze controle worden uitgevoerd aan de hand van de in de tabel in punt 6 van deze bijlage aangegeven frequenties. Als de niveaus van natuurlijke radionucliden moeten worden gecontroleerd, bepaalt elke lidstaat de frequentie van de controles van totaal alfa- of totaal bèta-activiteit of afzonderlijke natuurlijke radionucliden, afhankelijk van de controlestrategie van die lidstaat (conform bijlage III). De controlefrequentie kan variëren van één enkele controlemeting tot de in de tabel in punt 6 van deze bijlage aangegeven frequenties. Wanneer slechts één controle op natuurlijke radioactiviteit nodig is, moet er in ieder geval opnieuw worden gecontroleerd als zich veranderingen in de voorziening voordoen die de concentratie van radionucliden in voor menselijke consumptie bestemd water naar verwachting zullen beïnvloeden.
5. Waterbehandeling
Wanneer er een behandeling is om het niveau van radionucliden in voor menselijke consumptie bestemd water terug te dringen, wordt er volgens de in de tabel in punt 6 van deze bijlage aangegeven frequenties gecontroleerd of die behandeling doeltreffend blijft.
6. Minimumfrequenties voor monsterneming en analyse
De minimumfrequentie voor monsterneming en analyse voor de controle van voor menselijke consumptie bestemd water dat geleverd wordt via een distributienet of uit een tankschip of tankauto of gebruikt wordt in een levensmiddelenbedrijf, staat in de volgende tabel:
Dagelijks binnen een leveringsgebied gedistribueerde of geproduceerde hoeveelheid water (Opmerkingen 1 en 2) m3 | Aantal monsternemingen per jaar (Opmerkingen 3 en 4) |
---|---|
volume ≤ 100 | (Opmerking 5) |
100 < volume ≤ 1 000 | 1 |
1 000 < volume ≤ 10 000 | 1 + 1 voor elke 3 300 m3/d en fractie daarvan van de totale hoeveelheid |
10 000 < volume ≤ 100 000 | 3 + 1 voor elke 10 000 m3/d en fractie daarvan van de totale hoeveelheid |
volume < 100 000 | 10 + 1 voor elke 25 000 m3/d en fractie daarvan van de totale hoeveelheid |
Opmerking 1: | Een leveringsgebied is een geografisch afgebakend gebied waarbinnen het voor menselijke consumptie bestemde water afkomstig is uit één of enkele bronnen en waarbinnen het water kan worden geacht van vrijwel uniforme kwaliteit te zijn. |
Opmerking 2: | De hoeveelheden zijn over een kalenderjaar berekende gemiddelden. De lidstaten mogen zich bij het vaststellen van de minimumfrequentie baseren op het aantal inwoners in een leveringsgebied in plaats van op de hoeveelheid water, uitgaande van een waterverbruik van 200 l/dag/hoofd van de bevolking. |
Opmerking 3: | Voor zover mogelijk moet het aantal monsters gelijkelijk over plaats en tijd worden verdeeld. |
Opmerking 4: | In het geval van een intermitterende kortetermijnaanvoer wordt de bewakingsfrequentie voor water uit tankschepen of tankauto's vastgesteld door de lidstaat in kwestie. |
Opmerking 5: | De frequentie wordt bepaald door de betrokken lidstaat. |
De lidstaten bepalen de frequentie van monsterneming van voor menselijke consumptie bestemd water voor verkoop in flessen of verpakkingen. Hierbij kunnen de lidstaten de hoeveelheid water die wordt geproduceerd in overweging nemen.
7. Gemiddelde
Wanneer in een monster de parameterwaarde wordt overschreden, leggen de lidstaten de mate waarin herbemonstering nodig is vast om te verzekeren dat de gemeten waarden representatief zijn voor een gemiddelde activiteitsconcentratie gedurende een volledig jaar.