NJB 2017/226
Zolang machtigingen tot binnentreden, ook al zijn daartegen zelfstandig rechtsmiddelen ingesteld, niet zijn geschorst of vernietigd, dient in de procedure over invorderingsbeschikkingen van de rechtmatigheid van de machtigingen te worden uitgegaan, tenzij op voorhand duidelijk is dat deze in rechte niet in stand kunnen blijven
ABRvS 28-12-2016, ECLI:NL:RVS:2016:3471
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
28 december 2016
- Magistraten
Mrs. Van Buuren, Sevenster, Drop
- Zaaknummer
201508948/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:3471, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 28‑12‑2016
- Wetingang
(art. 5:39 Awb)
Essentie
Zolang machtigingen tot binnentreden, ook al zijn daartegen zelfstandig rechtsmiddelen ingesteld, niet zijn geschorst of vernietigd, dient in de procedure over invorderingsbeschikkingen van de rechtmatigheid van de machtigingen te worden uitgegaan, tenzij op voorhand duidelijk is dat deze in rechte niet in stand kunnen blijven
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van: [appellante], wonend te Assendelft, gemeente Zaanstad, appellante, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) van 27 oktober 2015 in zaak nrs. 15/3721 en 15/3722 in het geding tussen: [appellante] en het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad.