JOW 2005, 34
wederrechtelijk verkregen voordeel
HR 25-05-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1554
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 mei 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens, Orie, Balkema
- Zaaknummer
100 900 P
- LJN
ZD1554
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1554, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑05‑1999
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel
Samenvatting
- 1.
Tussen bewezenverklaard feit (handeling gericht op verder vervoer, opslag en ontvangst van heroïne) en de verkregen opbrengst van de verkoop van heroïne bestond het in art. 36e, lid 2 Sr vereiste verband aangezien het feit weliswaar op zichzelf geen rechtstreeks voordeel oplevert maar er wel toe strekt en geëigend is voordeel te genereren dat ook is genoten.
- 2.
's Hofs oordeel dat de ontnemingsrechter in een zaak waarin geen of onvoldoende bewijsmiddelen in de uitspraak in de hoofdzaak zijn opgenomen, zelfstandig - binnen de grenzen van de gegeven bewezenverklaring en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.