NJ 1950/265
Vervreemdingsbesluit onroerende zaken. Betaling, terwijl de verklaring van het Prijzenbureau nog niet is verkregen. Condictio indebiti.
HR 02-12-1949, ECLI:NL:HR:1949:59, m.nt. Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 1949
- Magistraten
Mrs Donner, Hijink, Losecaat Vermeer, Smits en de Jong
- Zaaknummer
[02121949/NJ_1950-265]
- Conclusie
Mr. Berger
- Noot
Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS133864:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1949:59, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑1949
- Wetingang
(BW art. 1395-1400; Rv art. 410; Vervreemdingsbesluit onroerende zaken art. 3.)
Essentie
Vervreemdingsbesluit onroerende zaken. Betaling, terwijl de verklaring van het Prijzenbureau nog niet is verkregen. Condictio indebiti.
Samenvatting
Art. 3 van dit besluit heeft deze, voor partijen dwingende, betekenis, dat, zolang het Prijzenbureau zich niet heeft uitgesproken, generlei verplichting om aan de belofte tot levering of om aan die tot betaling van den koopprijs te voldoen bestaat.
De koper, zodanige betaling verrichtende, zolang de verklaring van geen bezwaar niet is verkregen, doet dit zonder het betaalde schuldig te zijn, zodat hij — mits het Prijzenbureau niet inmiddels zijn goedkeuring aan de overeenkomst heeft gehecht, doch onverschillig of hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.