Gem. Hof NA en Aruba, 08-12-2009, nr. AR 1302/06 - H 491/08
ECLI:NL:OGHNAA:2009:BK8446
- Instantie
Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Datum
08-12-2009
- Magistraten
Mrs. J.R. Sijmonsma, G.C.C. Lewin, J.P. de Haan
- Zaaknummer
AR 1302/06 - H 491/08
- LJN
BK8446
- Roepnaam
BSA/Uitvoeringsorgaan AZV
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:OGHNAA:2009:BK8446, Uitspraak, Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba, 08‑12‑2009
Uitspraak 08‑12‑2009
Mrs. J.R. Sijmonsma, G.C.C. Lewin, J.P. de Haan
Partij(en)
Vonnis in de zaak van:
de rechtspersoon naar publiek recht
UITVOERINGSORGAAN AZV,
gevestigd in Aruba,
oorspronkelijk gedaagde,
thans appellant,
gemachtigde: mr. Chris Lejuez,
tegen
de naamloze vennootschap
BOTICA SANTA ANNA,
gevestigd in Aruba,
oorspronkelijk eiseres,
thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. W.G.T.M. Kloes.
Partijen worden hierna weer ‘het UO AZV’ en ‘Botica Santa Anna’ genoemd.
1. Het verdere verloop van de procedure
Bij vonnis van 16 juli 2009 heeft het Hof de zaak naar de rol verwezen. Het UO AZV heeft een akte genomen. Botica Santa Anna heeft een antwoordakte genomen. Vonnis is gevraagd en bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1
Botica Santa Anna heeft betoogd dat de brief van 24 april 2006 een rechtshandeling naar burgerlijk recht inhoudt en daarom niet dient te worden aangemerkt als een beschikking in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (LAR).
2.2
Ingevolge artikel 39 lid 1 van de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering (AB 1992 no. 18, zoals gewijzigd, hierna: LvAZV) dient het UO AZV met instellingen zoals Botica Santa Anna overeenkomsten in zodanige omvang en van zodanige inhoud te sluiten, dat het in staat is om zijn verplichtingen jegens de verzekerden na te komen. In hoofdzaak betreffen die verplichtingen het doen van verstrekkingen als bedoeld in hoofdstuk II van de LvAZV. De kosten hiervan worden ingevolge artikel 2 lid 2 LvAZV bestreden uit het Algemeen Fonds Ziektekosten.
Ook indien sprake is van ad hoc overeenkomsten per declaratie, of van een door de jarenlange feitelijke uitvoering gegroeide wilsovereenstemming, zoals Botica Santa Anna heeft betoogd, moet worden aangenomen dat het UO AZV daarmee beoogt zijn hiervoor omschreven verplichtingen jegens de verzekerden na te komen. Het nakomen van die verplichtingen is een publieke taak van het UO AZV.
2.3
De brief houdt een weigering in om gelden te verstrekken die ten laste zouden zijn gekomen van het Algemeen Fonds Ziektekosten. Die beslissing moet geacht worden te zijn gegeven in het kader van voornoemde publieke taak van het UO AZV. Daarom kan de opvatting dat de brief een rechtshandeling naar burgerlijk recht inhoudt, niet worden gevolgd. Hieraan kan niet afdoen dat de Memorie van Toelichting bij de LvAZV vermeldt dat de verhouding tussen het UO AZV en de zorgaanbieders een privaatrechtelijk karakter heeft.
2.4
De brief moet dus worden aangemerkt als een beschikking in de zin van de LAR. Tegen die beschikking is een procedure ingevolge de LAR mogelijk geweest, zodat Botica Santa Anna niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar bij de burgerlijke rechter ingediende vordering. Hieraan doet niet af dat de brief niet vermeldt dat er bezwaar tegen openstaat.
2.5
Het bestreden vonnis dient te worden vernietigd. Botica Santa Anna zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in beide instanties.
Beslissing:
Het Hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
verklaart Botica Santa Anna niet-ontvankelijk in haar vordering;
veroordeelt Botica Santa Anna in de kosten van de procedure in eerste aanleg, aan de zijde van het UO AZV gevallen en begroot op Afl. 6.750,00 aan salaris voor de gemachtigde;
veroordeelt Botica Santa Anna in de kosten van dit hoger beroep, aan de zijde van het UO AZV gevallen en tot op heden begroot op Afl. 4.936,00 aan verschotten en
Afl. 17.500,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J.R. Sijmonsma, G.C.C. Lewin en J.P. de Haan, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 8 december 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.