NJF 2021/235
Legaliteitsbeginsel. Schadevergoedingsvordering door verhindering oplegging belastingaanslag.
Hof Amsterdam 15-12-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3461
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
15 december 2020
- Magistraten
Mrs. A.W.H. Vink, G.C.C. Lewin, M.M. Korsten-Krijnen
- Zaaknummer
200.240.168/01
200.241.208/01
200.241.690/0
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2020:3461, Uitspraak, Hof Amsterdam, 15‑12‑2020
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 104 GW; art. 53 AWR; art. 62 Invorderingswet 1990
Essentie
Legaliteitsbeginsel. Schadevergoedingsvordering door verhindering oplegging belastingaanslag.
Samenvatting
In deze zaak gaat het om de vraag of gedaagden aansprakelijk zijn voor bij een derde niet geheven belasting. Het hof overweegt dat het legaliteitsbeginsel niet alleen strekt tot bescherming van de burger in zijn hoedanigheid van belastingplichtige maar in beginsel ook tot op zekere hoogte doorwerkt in andere relaties van de burger tot de overheid. Daarom is de opvatting van de Staat dat het (in beginsel) mogelijk is misgelopen bedragen als schadevergoeding van een derde te vorderen onjuist. Verhaal van dergelijke misgelopen bedragen op privaatrechtelijke grondslag vormt voorts een onaanvaardbare doorkruising ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.