NJB 2013/1447
Verplichting voor degene die gezag over een jongere uitoefent om ervoor te zorgen dat de jongere als leerling van een school staat ingeschreven en deze school geregeld bezoekt: de in art. 2 lid 1 Leerplichtwet 1969 gebezigde term ‘gezag’ doelt niet op feitelijk gezag, maar op een rechtens bestaand gezag, zoals de ouderlijke macht. De enkele omstandigheid dat degene met gezag niet of niet altijd het toezicht heeft op de jongere, brengt niet mee dat voormelde bepaling reeds daarom niet op hem van toepassing is
HR 21-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA0399
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos, Y. Buruma en V. van den Brink
- Zaaknummer
11/03132
- LJN
CA0399
- Vakgebied(en)
Leerlingenzorg / Leerplicht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA0399, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA0399, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2012
- Wetingang
(Leerplichtwet 1969 art. 2)
Essentie
Verplichting voor degene die gezag over een jongere uitoefent om ervoor te zorgen dat de jongere als leerling van een school staat ingeschreven en deze school geregeld bezoekt: de in art. 2 lid 1 Leerplichtwet 1969 gebezigde term ‘gezag’ doelt niet op feitelijk gezag, maar op een rechtens bestaand gezag, zoals de ouderlijke macht. De enkele omstandigheid dat degene met gezag niet of niet altijd het toezicht heeft op de jongere, brengt niet mee dat voormelde bepaling reeds daarom niet op hem van toepassing is
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte (een vader) is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – als degene ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.