ABRvS, 05-04-2017, nr. 201601932/1/R1
ECLI:NL:RVS:2017:879
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
05-04-2017
- Zaaknummer
201601932/1/R1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RVS:2017:879, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 05‑04‑2017; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 05‑04‑2017
Inhoudsindicatie
Bij besluit van 2 februari 2016 heeft het college het wijzigingsplan "Flevoweg ongenummerd" vastgesteld.
201601932/1/R1.
Datum uitspraak: 5 april 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Ermelo,
2. [appellant sub 2], wonend te Ermelo, en anderen,
appellanten,
en
het college van burgemeester en wethouders van Ermelo,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 2 februari 2016 heeft het college het wijzigingsplan "Flevoweg ongenummerd" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht.
[appellant sub 1] en het college hebben hun zienswijze daarop naar voren gebracht.
[appellant sub 1] en de raad hebben een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 februari 2017, waar [appellant sub 1], [appellant sub 2] en anderen, vertegenwoordigd door mr. M. Kuiper, advocaat te Harderwijk, en het college, vertegenwoordigd door mr. F.A. Pommer, advocaat te Nijmegen, bijgestaan door S. Veltman, K. Braamskamp, S.M.L. van Beek, J. van den Bosch en ing. D. Visser, zijn verschenen. Voorts is ter zitting camping De Haeghehorst, vertegenwoordigd door mr. A.M. Ubink, advocaat te Zwolle, als partij gehoord.
Overwegingen
1. In het plan "Tonselse Veld 2014" vastgesteld door de raad bij besluit van 18 februari 2016, is een uitbreiding voorzien van camping De Haeghehorst ter plaatse van het perceel Fazantlaan 4. Als gevolg van deze uitbreiding gaat een deel van het bosgebied van de Veluwe verloren. Dit is alleen toegestaan als elders bos wordt gecompenseerd. Deze compensatie wordt in dit wijzigingsplan voorzien. Het wijzigingsplan wijzigt de bestemming "Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden" die in het bestemmingsplan "Buitengebied Agrarische Enclave en Speuld" dat door de raad bij besluit van 28 mei 2015 is vastgesteld, aan het perceel Flevoweg ongenummerd was toegekend. Het plangebied bestaat uit twee percelen aan de Flevoweg die in eigendom zijn van de gemeente. Hieraan is in het wijzigingsplan de bestemming "Natuur" toegekend. Deze percelen zijn op dit moment in gebruik ten behoeve van agrarische doeleinden. [appellant sub 1] woont op een afstand van ongeveer 900 m van het plangebied aan de [locatie A]. Hij richt zich tegen de voorziene natuur omdat dit ten koste gaat van het agrarisch karakter van de omgeving. [appellant sub 2] en anderen zijn woonachtig, onderscheidenlijk gevestigd aan de Eendenparkweg en de Fazantlaan. Hun percelen liggen op een afstand van ongeveer 8 km van het plangebied in de omgeving van camping De Haeghehorst. In de procedure over het plan "Tonselse Veld 2014" richten zij zich onder meer tegen de uitbreiding van camping De Haeghehorst.
2. [appellant sub 1] woont op een afstand van ongeveer 900 m van het plangebied. Niet is gebleken dat [appellant sub 1] vanaf zijn perceel daar zicht op heeft. Mede gelet op de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkelingen die binnen het plangebied mogelijk worden gemaakt, is deze afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen.
Voorts heeft [appellant sub 1] geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks deze afstand een objectief en persoonlijk belang van hem rechtstreeks door het besluit zou worden geraakt. Een louter gevoel van betrokkenheid bij een besluit, hoe sterk dat gevoel ook is, is daarvoor niet voldoende.
De conclusie is dat [appellant sub 1] geen belanghebbende is bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en dat hij daartegen ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, geen beroep kan instellen. Het beroep is niet-ontvankelijk.
3. [appellant sub 2] en anderen zijn gevestigd onderscheidenlijk wonen op ongeveer 8 km van het plangebied. Deze afstand is naar het oordeel van de Afdeling te groot om in dit geval een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang aan te nemen. Voor zover [appellant sub 2] en anderen betogen dat tussen het plandeel ter plaatse van camping De Haeghehorst in het bestemmingsplan "Tonselse Veld 2014", waarbij zij belanghebbenden zijn, en dit plan een zodanige samenhang bestaat dat zij ook bij het laatstgenoemde plan als belanghebbenden dienen te worden aangemerkt, slaagt dit niet. De door [appellant sub 2] en anderen bedoelde samenhang vloeit voort uit een door de raad en het college gemaakte keuze waarbij in dit plan in natuur wordt voorzien vanwege de uitbreiding van camping De Haeghehorst in het bestemmingsplan "Tonselse Veld 2014". Naar het oordeel van de Afdeling is echter geen sprake van een samenhang in planologische zin die er toe kan leiden dat [appellant sub 2] en anderen belanghebbenden zijn bij het wijzigingsplan. [appellant sub 2] en anderen ondervinden overigens geen gevolgen van dit wijzigingsplan maar van het bestemmingsplan "Tonselse Veld 2014" waartegen zij, voorzover zij daarbij belanghebbenden zijn, wel hun bezwaren kunnen aanvoeren.
De conclusie is dat [appellant sub 2] en anderen geen belanghebbenden zijn bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en dat zij daartegen ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, geen beroep kunnen instellen. Het beroep is niet-ontvankelijk.
4. De beroepen zijn niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, voorzitter, en mr. D.J.C. van den Broek en mr. E.J. Daalder, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.W.A.M.M. Delauw, griffier.
w.g. Hagen w.g. Delauw
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 april 2017
812.