Rb. Rotterdam, 23-11-2005, nr. 212719 HA ZA 04-750
ECLI:NL:RBROT:2005:AU8571
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
23-11-2005
- Zaaknummer
212719 HA ZA 04-750
- LJN
AU8571
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2005:AU8571, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 23‑11‑2005; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
art. 22 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [KEI-Rv]
- Vindplaatsen
JA 2006/27
Uitspraak 23‑11‑2005
Inhoudsindicatie
verstrekken medische informatie door eiser. Artikel 22 Rv.
Partij(en)
RECHTBANK ROTTERDAM
sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 212719 / HA ZA 04-750
Uitspraak: 23 november 2005
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
procureur mr. J.P.M. Borsboom,
advocaat mr. J. Wagner te Barendrecht,
- tegen -
1. [Gedaagde],
en,
2. POLITIE REGIO ROTTERDAM RIJNMOND,
woonplaats gekozen hebbende/gevestigd te [woon-plaats],
gedaagden,
procureur mr. W.J. Hengeveld,
advocaat mr. D.J. van der Kolk te Rotterdam.
Partijen blijven hierna aangeduid als “[Van D.]” respectievelijk “[Ö.]” en “Politie Regio Rijnmond”.
1. Het verdere verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- -
het tussenvonnis van 16 maart 2005 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- -
de akte na tussenvonnis van [Van D.], met een productie;
- -
de akte uitlating deskundige en vraagstelling van [Ö.] en Politie Regio Rijn-mond.
- 2.
De verdere beoordeling
- 2.1.
Bij voornoemd tussenvonnis heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de benoeming van een deskundige. In dat verband heeft de rechtbank onder meer het volgende overwogen:
"Teneinde meer duidelijkheid te verkrijgen omtrent de ernst van het letsel en eventuele blijvende beperkingen, die kunnen worden aangemerkt als gevolg van het schietincident van 25 april 1999, acht de rechtbank het wenselijk het advies in te winnen van een medisch deskundige. Evident is dat die medisch deskundi-ge ook zal dienen te worden geïnformeerd omtrent de precieze gevolgen van het eerste schietincident. Voor zover [Van D.] niet in staat is de relevante medische informatie ter beschikking van de deskundige te stellen zal hij de te benoemen medisch deskundige informatie en machtigingen dienen te verstrekken waar-mee deze de relevante inlichtingen kan inwinnen.
(…)
Het ligt in de rede dat de advocaten van partijen, in overleg met hun medisch adviseurs, zo mogelijk na het inwinnen van aanvullende medische informatie omtrent de gevolgen van het eerste schietincident, een - bij voorkeur eenparig - voorstel aan de rechtbank doen voor het te verrichten deskundigenonderzoek. Naar het oordeel van de rechtbank kan vooralsnog met benoeming van één des-kundige worden volstaan. Het voorstel van partijen dient zo enigszins mogelijk te betreffen de naam en het adres van de deskundige, het deskundigheidsgebied en de aan de deskundige voor te leggen vragen. Teneinde partijen de gelegen-heid te bieden voor het plegen van overleg, en het eventueel opvragen van aan-vullende medische informatie mogelijk te maken, zal de rechtbank de zaak naar de rol verwijzen op een termijn van tien weken."
- 2.2.
Partijen hebben overeenstemming bereikt omtrent de persoon van een deskun-dige en omtrent de aan die deskundige voor te leggen vraagstelling. Tussen par-tijen is echter in geschil of [Van D.] op voorhand meer medische informatie dient te verstrekken dan is verstrekt, dan wel of het aan de te benoemen deskundige kan worden overgelaten om aanvullende medische informatie op te vragen. (De medisch adviseur van) [Van D.] stelt voor om de te benoemen deskundige te ver-zoeken om bij de huisarts aanvullende informatie op te vragen, met name om-trent de gevolgen van het eerdere schietincident. [Ö.] en Politie Regio Rijnmond zijn van mening dat [Van D.] de relevante medische informatie ter beschikking had dienen te stellen van de medisch adviseur van [Ö.] en Politie Regio Rijn-mond en - na benoeming - van de deskundige.
- 2.3.
In een zaak als deze, waarin beide partijen worden bijgestaan door een medisch adviseur, dient naar het oordeel van de rechtbank het uitgangspunt te zijn dat de medisch adviseurs ervoor zorg dragen dat het medisch dossier wordt gecomple-teerd voordat een deskundige wordt ingeschakeld. Het completeren van het me-disch dossier en het op basis daarvan beoordelen of advies van een onafhankelijk medisch specialist dient te worden ingewonnen, is bij uitstek een taak van de medisch adviseurs van partijen. Het spreekt naar het oordeel van de rechtbank voor zich dat beide medisch adviseurs over het volledige medisch dossier dienen te kunnen beschikken. Zij moeten in beginsel geacht worden op basis daarvan te kunnen beoordelen welke medische informatie van belang is voor het tussen partijen bestaande geschil. De rechtbank gaat er hierbij vanuit dat een professio-neel medisch adviseur niet alleen op medisch gebied deskundig is, maar ook over enig - voor de goede uitoefening van zijn vak relevant - juridisch inzicht be-schikt. Voor zover van bepaalde medische informatie voor beide medisch advi-seurs duidelijk is dat deze niet relevant is voor de beoordeling van het tussen partijen bestaande geschil lijkt er geen reden te bestaan om andere bij de beoor-deling van het geschil betrokkenen in die informatie inzage te bieden. Er bestaat immers geen reden voor verdergaande inbreuken op de privacy dan noodzakelijk om een zorgvuldige beoordeling van de relevante (juridische en) medische as-pecten van het geschil mogelijk te maken. Anderzijds moet een beroep op de privacy niet ertoe strekken om verborgen te houden hetgeen voor een goede be-oordeling van de medische aspecten van een geschil van belang is.
- 2.4.
Dat het in beginsel de taak is van de medisch adviseurs is om het medisch dos-sier te completeren laat naar het oordeel van de rechtbank onverlet dat een als onafhankelijk deskundige in te schakelen medisch specialist in het algemeen in de gelegenheid behoort te worden gesteld om - nadat hij een zo volledig moge-lijk medisch dossier heeft ontvangen - aanvullende medische informatie in te winnen, indien dat zijns inziens wenselijk is voor een zorgvuldige beantwoording van de aan hem voorgelegde vragen. Uiteraard is het de betrokkene die dient te beslissen, eventueel na overleg met zijn advocaat, of hij bereid is de medisch specialist daartoe te machtigen. In dit verband verdient vermelding dat de be-trokkene met betrekking tot het door de deskundige uit te brengen rapport een blokkeringsrecht heeft (HR 26 maart 2004 (X/Levob) LJN AO1330, RvdW 2004, 54, VR 2004, 105).
- 2.5.
[Ö.] en Politie Regio Rijnmond zijn van oordeel dat de rechtbank ingevolge arti-kel 22 Rv uit de weigering van [Van D.] om het volledige medisch dossier over te leggen de gevolgtrekking dient te maken die zij geraden acht.
- 2.6.
Artikel 22 Rv bepaalt onder meer dat de rechter een partij kan bevelen bepaalde, op de zaak betrekking hebbende bescheiden over te leggen. Een partij kan dit weigeren indien daarvoor gewichtige redenen zijn. De rechter beslist of de wei-gering gerechtvaardigd is, bij gebreke waarvan hij daaruit de gevolgtrekking kan maken die hij geraden acht.
- 2.7.
In het tussenvonnis van 16 maart 2005 heeft de rechtbank aan [Van D.] geen be-vel als in artikel 22 Rv bedoeld verstrekt. Echter, nu [Van D.] in der minne niet bereid is gebleken de relevante medische informatie op te vragen en aan de me-disch adviseur van de wederpartij en de te benoemen deskundige ter beschikking te stellen, acht de rechtbank het zinvol, alvorens eventueel tot benoeming van een deskundige over te gaan, [Van D.] alsnog te bevelen de medische informatie met betrekking tot het eerste schietincident op te vragen en over te leggen. [Van D.] dient dan tevens de eventueel nog niet overgelegde medische informatie met betrekking tot het tweede schietincident over te leggen. Evident is dat al deze medische informatie relevant is voor de beoordeling van het tussen partijen be-staande geschil. Er bestaat geen reden om de te benoemen deskundige een in dit opzicht onnodig incompleet dossier toe te zenden en hem te belasten met het opvragen van alle ontbrekende informatie.
- 2.8.
Voor zover [Van D.] zich de aan het opvragen van medische informatie door zijn medisch adviseur verbonden kosten zou willen besparen, bestaat de mogelijk-heid dat [Van D.] de medisch adviseur van [Ö.] en Politie Regio Rijnmond mach-tigt om de ontbrekende informatie op te vragen (waarbij ontvangen informatie uiteraard tevens ter beschikking dient te worden gesteld aan [Van D.]), dan wel dat [Van D.] die informatie zelf opvraagt.
- 2.9.
Teneinde [Van D.] de gelegenheid te bieden de (aanvullende) medische informa-tie, waarvan hem wordt bevolen deze te overleggen, alsnog op te vragen en over te leggen, dan wel de gewichtige redenen voor een eventuele weigering om die bescheiden over te leggen uiteen te zetten, zal de rechtbank de zaak naar de rol verwijzen op een termijn van tien weken voor een door [Van D.] te nemen akte (overlegging producties). [Ö.] en Politie Regio Rijnmond zullen bij antwoordakte kunnen reageren. Partijen kunnen de beschikbare periode tevens benutten om alsnog volledige overeenstemming te bereiken omtrent het deskundigenonder-zoek. Partijen wordt verzocht zich hierover bij de te nemen akten eveneens uit te laten.
- 2.10.
De rechtbank zal de tussen partijen met betrekking tot het te gelasten deskundi-genonderzoek te bereiken overeenstemming zoveel mogelijk respecteren. De rechtbank geeft partijen echter in overweging als basis voor de te hanteren vraagstelling alsnog te kiezen voor de "Vraagstelling causaal verband bij ongeval" (1 a t/m k en 2 a, b en c) zoals voorgesteld door de Projectgroep "medische des-kundigen in de rechtspleging" van de Vrije Universiteit (gepubliceerd op http://www.rechten.vu.nl; Onderzoek; Programma's; Burgerlijk recht; IWMD; Projecten; Vraagstellingen).
- 2.11.
De rechtbank zal iedere verdere beslissing aanhouden.
- 3.
De beslissing
De rechtbank,
alvorens verder te beslissen,
beveelt [Van D.] de medische informatie met betrekking tot het eerste schietinci-dent over te leggen en de eventueel nog niet overgelegde medische informatie met betrekking tot het tweede schietincident over te leggen;
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 1 februari 2006 voor het nemen van een akte door - eerst - [Van D.], waarbij [Van D.] producties in het geding kan brengen en zich kan uitlaten als bedoeld onder 2.9 hiervoor.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.
1729