Garantiewet Surinaamse pensioenen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 24-08-2001. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2001
- Bronpublicatie:
16-07-2001, Stb. 2001, 377 (uitgifte: 23-08-2001, kamerstukken: 27692)
- Inwerkingtreding
24-08-2001, terugwerkend tot: 01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2001, Stb. 2001, 377 (uitgifte: 23-08-2001, kamerstukken: 27692)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
In deze wet wordt verstaan onder:
- a.
Surinaams pensioen: een pensioenuitkering die bij ontslag is toegekend of waarop bij ontslag uitzicht bestond uit hoofde van de in Suriname van kracht zijnde Ambtenarenpensioenverordening 1972;
- b.
stichting: de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen;
- c.
garantiepensioen: een door de stichting ter vervanging van de aanspraak op Surinaams pensioen uit te betalen pensioen;
- d.
ambtenaar: degene die vanaf een voor 25 november 1975 gelegen tijdstip in ambtelijke dienst van Suriname of als leerkracht bij het bijzonder onderwijs in Suriname werkzaam is geweest en op grond daarvan uitzicht heeft op een Surinaams pensioen;
- e.
gepensioneerde: de gewezen ambtenaar die aanspraak heeft op een Surinaams pensioen;
- f.
nabestaande:
- 1°
de weduwe of weduwnaar die op grond van de Surinaamse Ambtenarenpensioenverordening 1972 aanspraak heeft op een nabestaandenpensioen ingevolge het overlijden van een ambtenaar of gepensioneerde en die zich voor 1 mei 1985 blijvend in Nederland heeft gevestigd;
- 2°
de wees die op grond van de Surinaamse Ambtenarenpensioenverordening 1972 aanspraak heeft op een wezenpensioen ingevolge het overlijden van een ambtenaar of gepensioneerde en die zich voor 1 mei 1985 blijvend in Nederland heeft gevestigd of is geboren uit zijn voor die datum in Nederland gevestigde moeder;
- g.
rechthebbende: de gepensioneerde die zich voor 1 mei 1985 blijvend in Nederland heeft gevestigd dan wel de nabestaande of nabestaanden;
- h.
Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.