RvdW 2016/251
Beroep op (putatief) noodweer en noodweerexces toereikend gemotiveerd verworpen.
HR 26-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:108
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 januari 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
15/00443
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:108, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2562, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑04‑2015
- Wetingang
Art. 41 Sr
Essentie
Blijkens de wettelijke omschrijving van noodweer gaat het bij deze strafuitsluitingsgrond om de ‘verdediging’ van bepaalde rechtsgoederen tegen een (wederrechtelijke) aanranding. Dit betekent dat een beroep op noodweer niet kan worden aanvaard ingeval de gedraging van degene die zich op deze exceptie beroept, noch op grond van diens bedoeling noch op grond van de uiterlijke verschijningsvorm van de gedraging kan worden aangemerkt als verdedigend, maar — naar de kern bezien — als aanvallend, bijvoorbeeld gericht op een confrontatie of deelneming aan een gevecht. In zo een geval kan ook een beroep op noodweerexces of op putatief noodweer niet slagen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.