FED 2020/131
Verhaal meerkosten heffing en invordering op adviseur niet mogelijk wegens onaanvaardbare doorkruising publiekrecht.
HR 15-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:890, m.nt. G.C.D. Grauss
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 mei 2020
- Magistraten
Mrs. Streefkerk, Snijders, Polak, Tanja-van den Broek, Lock
- Zaaknummer
19/00374
- Noot
G.C.D. Grauss
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS234405:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:890, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:47, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑01‑2020
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Verhaal meerkosten heffing en invordering op adviseur niet mogelijk wegens onaanvaardbare doorkruising publiekrecht.
Samenvatting
Een belastingadviseur dient voor cliënten opzettelijk een groot aantal onjuiste aangiften inkomstenbelasting in en wordt daarvoor strafrechtelijk veroordeeld. Voor de meerkosten van heffing en invordering vordert de Staat van de adviseur schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad (behalve de kosten die onder de Kostenwet voor dwanginvordering vallen). Deze meerkosten bestaan onder andere uit de arbeidsuren van diverse medewerkers van de Belastingdienst. De Hoge Raad oordeelt dat verhaal van meerkosten niet mogelijk is. De Hoge Raad overweegt dat de overheid voor de kosten die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.