NJ 1950/613
„Wist, begreep, althans moet hebben begrepen". Betekenis van deze termen.
HR 13-06-1950, ECLI:NL:HR:1950:133, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juni 1950
- Magistraten
Mrs Fick, Feber, Rombach, Vrij, van Berckel
- Zaaknummer
[13061950/NJ_1950-613]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS109109:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1950:133, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑06‑1950
- Wetingang
(Sr art. 416.)
Essentie
„Wist, begreep, althans moet hebben begrepen". Betekenis van deze termen.
Samenvatting
Zonder een tegenstrijdige beslissing te geven, heeft de Rechter „het begrijpen" bewezen kunnen verklaren en req. van ,het weten" kunnen vrijspreken, daar het weten meer omvat dan het begrijpen, met name het zekerheidsbewustzijn. Omtrent het subs. telastgelegde „moet hebben begrepen" behoefde de Rechter geen beslissing te geven nu hij het primair telastgelegde „begrijpen" bewezen verklaarde.
Indien „moet hebben begrepen" niet ware bedoeld als subs. telastlegging, heeft de steelier der t.l.l. deze woorden kennelijk opgevat in dien zin, dat begrijpen bij req. niet is kunnen uitblijven en hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.