Gst. 2019/5
Verjaring van bestuursrechtelijke dwangsommen. Verhouding tussen de invorderingsbeschikking, de aanmaning en het dwangbevel. Verjaring is niet gestuit door dwangbevel, omdat niet eerst een aanmaning is gestuurd. (Bergen)
ABRvS 13-06-2018, ECLI:NL:RVS:2018:1968
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
13 juni 2018
- Magistraten
Mr. F.C.M.A. Michiels
- Zaaknummer
201702978/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Invordering (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:1968, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 13‑06‑2018
- Wetingang
(Art. 5:35 Awb)
Essentie
Verjaring van bestuursrechtelijke dwangsommen. Verhouding tussen de invorderingsbeschikking, de aanmaning en het dwangbevel. Verjaring is niet gestuit door dwangbevel, omdat niet eerst een aanmaning is gestuurd. (Bergen)
Samenvatting
De “bevoegdheid tot invordering” als bedoeld in artikel 5:35 Awb bevat niet alleen de bevoegdheid tot het nemen van een invorderingsbesluit, maar behelst ook de daaropvolgende bevoegdheden tot aanmaning en verrekening en het uitvaardigen en tenuitvoerleggen van een dwangbevel.
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant A] en [appellant B], wonend te Well, gemeente Bergen Lb,
appellanten,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.