NJ 1959/579
Rechtsgeldigheid eigendomsoverdracht tot zekerheid. Onrechtmatige daad. Rechtsgeldigheid van levering bij wege van constitutum possessorium.
HR 13-03-1959, ECLI:NL:HR:1959:163, m.nt. Mr. L. E. H. Rutten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 maart 1959
- Magistraten
Mrs. Dormer, de Jong, Hülsmann; Dubbink en Petit
- Zaaknummer
[13031959/NJ_1959-579]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Mr. L. E. H. Rutten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS137918:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1959:163, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑03‑1959
- Wetingang
(BW art. 667, 1371, 1401.)
Essentie
Rechtsgeldigheid eigendomsoverdracht tot zekerheid. Onrechtmatige daad. Rechtsgeldigheid van levering bij wege van constitutum possessorium.
Samenvatting
Onjuist is de stelling, dat een rechtshandeling, waarbij een schuldenaar aan zijn schuldeiser tot zekerheid van diens vorderingen een aantal hem toebehorende zaken in eigendom overdraagt en waarbij hij zich tevens verbindt zaken, die hij nog zal verwerven, voor den schuldeiser te gaan houden, nietig zou zijn wegens strijd met de wet, de openbare orde of de goede zeden, indien de schuldenaar ten tijde van de rechtshandeling geen of geen noemenswaardig ander vermogen bezat. 1
Het is mogelijk, dat een schuldeiser een overeenkomst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.