Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
30.5.2 Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, Stcrt. 2024, 19165 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/12)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, Stcrt. 2024, 19165 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/12)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND neemt in ieder geval aan dat geen binnenlands beschermingsalternatief in Somalië aanwezig is voor:
- •
vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor (seksuele) geweldpleging; en
- •
vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor genitale verminking.
In de overige gevallen toetst de IND conform paragraaf C2/3.4 Vc of, gelet op de individuele omstandigheden, een binnenlands beschermingsalternatief kan worden tegengeworpen. Bij deze beoordeling dienen de volgende aanknopingspunten te worden betrokken:
- •
eerder verblijf in het gebied buiten het gebied van herkomst; en
- •
de aanwezigheid van grootfamilie.
Onder dezelfde voorwaarden kan een binnenlands beschermingsalternatief worden tegengeworpen aan:
- •
vreemdelingen die afkomstig zijn uit gebieden waar Al-Shabaab aan de macht is of de gebieden controleert;
- •
vreemdelingen die bij terugkeer naar hun herkomstgebied waar Al-Shabaab niet aan de macht is, maar over land moeten reizen door een gebied waar Al-Shabaab de macht heeft of het gebied controleert;
- •
vreemdelingen die afkomstig zijn uit Puntland (met uitzondering van Noord-Galkayo), in de periode vanaf 1991;
- •
vreemdelingen die afkomstig zijn uit Somaliland, in de periode vanaf 1997;
- •
vreemdelingen die afkomstig zijn uit Sool (met uitzondering van het Las Anod district); of
- •
vreemdelingen die afkomstig zijn uit Sanaag.