NJ 2004, 566
Eenvormige Beneluxwet dwangsom; ‘veroordeling tot betaling van een geldsom’ als bedoeld in art. 1 lid 1.
BenGH 24-05-2004, ECLI:NL:XX:2004:AR5040
- Instantie
Benelux-Gerechtshof
- Datum
24 mei 2004
- Magistraten
I. Verougstraete, J. Jentgen, M. Lahousse, G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, R. Schmit, D.H. Beukenhorst, M.P. Engel, A. Hammerstein, F. Fischer
- Zaaknummer
A2003/3
- Conclusie
A-G J. du Jardin
- LJN
AR5040
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2004:AR5040, Uitspraak, Benelux-Gerechtshof, 24‑05‑2004
- Wetingang
Eenvormige Beneluxwet dwangsom art. 1 lid 1
Essentie
Eenvormige Beneluxwet dwangsom; ‘veroordeling tot betaling van een geldsom’ als bedoeld in art. 1 lid 1.
Onder ‘veroordeling tot betaling van een geldsom’ in art. 1 lid 1 Eenvormige Beneluxwet betreffende de dwangsom is mede te begrijpen het bevel dat door een rechter in kort geding aan een partij wordt gegeven om een geldsom ter beschikking te stellen van een andere partij in het kader van een voorlopige regeling van de contractuele betrekkingen tussen die partijen.
Samenvatting
In een kort geding over de opzegging van een kredietovereenkomst heeft het Hof van Beroep te Brussel Commerzbank bevolen een geldbedrag ter beschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.