NJ 1999, 265
Eenvormige Beneluxwet; dwangsom, hoofdelijke veroordeling en dwangsom
BenGH 17-12-1998, ECLI:NL:XX:1998:AD2975
- Instantie
Benelux-Gerechtshof
- Datum
17 december 1998
- Magistraten
Kayser, Marchal, Roelvink, Mijnssen, Gretsch, Davids, Verougstraete, Charlier, Schmidt
- Zaaknummer
A97/3
- Conclusie
A-G Du Jardin
- LJN
AD2975
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1998:AD2975, Uitspraak, Benelux-Gerechtshof, 17‑12‑1998
- Wetingang
Rv (oud) art. 611a
Essentie
Eenvormige Beneluxwet; dwangsom, hoofdelijke veroordeling en dwangsom.
Samenvatting
Betrokkenen in deze zaak zijn na veroordeling wegens overtreding van de (Belgische) Stedenbouwwet, hoofdelijk veroordeeld tot het herstel van ‘de plaats’ in haar vorige staat binnen een termijn van zes maanden. Deze verplichting is niet vatbaar voor ‘verdeling’. Beiden zijn bovendien afzonderlijk veroordeeld tot betaling van een dwangsom per dag vertraging in de naleving van het bevel tot herstel. Het Hof van Cassatie legt aan het Benelux Gerechtshof de volgende vraag voor: ‘kan de rechter beklaagden die hij solidair heeft veroordeeld tot een hoofdveroordeling, ieder afzonderlijk veroordelen tot betaling van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.