NJ 1995, 409
Benelux-Merkenwet / merkinbreuk en onderscheidend vermogen
BenGH 13-12-1994, ECLI:NL:XX:1994:AC3349, m.nt. D.W.F. Verkade
- Instantie
Benelux-Gerechtshof
- Datum
13 december 1994
- Magistraten
Martens, Hess, Kayser, Everling, Davids, Urlings, Holsters, D'Haenens, Baeté-Swinnen, D'Hoore
- Zaaknummer
A93/3
- Noot
D.W.F. Verkade
- LJN
AC3349
- JCDI
JCDI:ADS62246:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1994:AC3349, Uitspraak, Benelux-Gerechtshof, 13‑12‑1994
- Wetingang
Essentie
Benelux-Merkenwet (BMW). ‘Quick’. Merkinbreuk en onderscheidend vermogen.
Samenvatting
Wanneer in het kader van de vraag of sprake is van merkinbreuk de beschermingsomvang van het aanvallende merk moet worden bepaald aan de hand van zijn onderscheidend vermogen, valt daarvoor steeds te letten op de opvattingen van het in aanmerking komende publiek ten tijde waarop het inbreuk makend aangevallen gebruik van het merk of een overeenstemmend teken een aanvang nam.
Wanneer, met inachtneming van deze maatstaf, wordt geoordeeld dat sprake is van merkinbreuk dan wettigt zulks in de regel een verbod van verder gebruik van het inbreukmakend teken. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.