RAV 2019/51
Aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal. Verjaring. Wat is het aanvangstijdstip van de verjaringstermijn van 20 jaar voor de risicoaansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen?
HR 22-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:412
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01654
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS68030:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:412, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1433, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑04‑2018
- Wetingang
Essentie
Aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal. Verjaring. Schade als gevolg van een voortdurende gebeurtenis.
Wat is het aanvangstijdstip van de verjaringstermijn van 20 jaar voor de risicoaansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen?
Samenvatting
In deze procedure vordert Parkeergarage onder meer om voor recht te verklaren dat de vereniging van eigenaren van een flatgebouw (A) aansprakelijkheid is voor de schade die Parkeergarage lijdt als gevolg van een gebrekkige oprit die A op haar grond naast een afscheidingsmuur van Parkeergarage heeft aangelegd.
Daartoe stelt Parkeergarage dat de oprit gebrekkig is, omdat die oprit niet beschikt over een grondkerende voorziening, zodat het eigen gewicht van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.