HR, 31-03-2017, nr. 16/01760
ECLI:NL:HR:2017:538
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31-03-2017
- Zaaknummer
16/01760
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2017:538, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2017; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHARL:2016:1743
- Wetingang
- Vindplaatsen
NTFR 2017/857
Uitspraak 31‑03‑2017
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Partij(en)
31 maart 2017
Nr. 16/01760
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te Spanje (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 maart 2016, nrs. 14/01131 tot en met 14/01134, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 13/8194 tot en met AWB 13/8197) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2002, 2003 en 2005 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), de daarbij gegeven boetebeschikkingen alsmede de beschikkingen inzake heffingsrente, en de voor het jaar 2004 opgelegde aanslag in de IB/PVV.
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2. Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2017.