Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 267 [Belediging Koning, ambtenaar of instelling]
Geldend
Geldend vanaf 26-01-2022
- Bronpublicatie:
22-12-2021, Stb. 2022, 28 (uitgifte: 25-01-2022, kamerstukken: 35692)
- Inwerkingtreding
26-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2021, Stb. 2022, 28 (uitgifte: 25-01-2022, kamerstukken: 35692)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De in de voorgaande artikelen van deze titel bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien de belediging wordt aangedaan aan:
- 1°
de Koning, de echtgenoot van de Koning, de vermoedelijke opvolger van de Koning, diens echtgenoot, of de Regent;
- 2°
een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, met uitzondering van leden van algemeen vertegenwoordigende lichamen;
- 3°
een openbaar lichaam of een openbare instelling.
2.
Met een ambtenaar wordt gelijkgesteld een persoon in de openbare dienst van een vreemde staat die in Nederland op door het volkenrecht toegelaten wijze zijn bediening uitoefent.