Einde inhoudsopgave
Besluit burgerlijke stand 1994
Artikel 28 [Verklaring schijnhuwelijk]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
24-11-2021, Stb. 2021, 578 (uitgifte: 01-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2021, Stb. 2021, 581 (uitgifte: 02-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Algemeen
1.
De verklaring omtrent het verblijfsrecht van de aanstaande echtgenoot of geregistreerde partner als bedoeld in artikel 44, eerste lid, onder i, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, vermeldt voor zover van toepassing, de volgende gegevens betreffende de persoon op wie de verklaring betrekking heeft:
- 1°
zijn nationaliteit;
- 2°
een omschrijving van zijn identiteitsbewijs, met vermelding van het nummer, de plaats en de datum van afgifte;
- 3°
een omschrijving van het bewijsstuk van permanent verblijf in het buitenland;
- 4°
de volgende gegevens over de kinderen tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat: geslachtsnaam, voornamen, datum, plaats en land van geboorte, nationaliteit, woon- of verblijfplaats, alsmede de geslachtsnaam en voornamen van de andere ouder, die tot de kinderen in familierechtelijke betrekking staat;
- 5°
de volgende gegevens over zijn eerdere echtgenoot of echtgenoten of eerdere geregistreerde partner of geregistreerde partners, zijn echtgenoot of geregistreerde partner: geslachtsnaam, voornamen, datum, plaats en land van geboorte, nationaliteit, plaats, land en datum van de voltrekking van het huwelijk of van de huwelijken of van registratie van het partnerschap of van de partnerschappen, plaats, land, datum en grond van de ontbinding van het eerdere huwelijk of van de eerdere huwelijken en van de beëindiging van het eerdere partnerschap of van de eerdere partnerschappen;
- 6°
de gegevens over de duur van zijn verblijf in Nederland;
- 7°
andere relevante gegevens;
- 8°
de ondertekende verklaring dat de gegevens onder 1° tot en met 7° naar waarheid zijn verstrekt, met vermelding van plaats en datum;
2.
De ambtenaar van de burgerlijke stand bewaart de in het eerste lid bedoelde verklaring gedurende twaalf jaar ten behoeve van verificatie door de Immigratie- en Naturalisatiedienst.