NJ 1936/546
Philips tegen van Essen. Radiolampen. Beweerde inbreuk op octrooi n°. 13405: Rooster voor een electrisch ontladingstoestel, met dit kenmerk, dat de rooster bestaat uit een raam, waarop dicht opeenliggende windingen zijn gewonden. Feitelijke beslissing van het Hof. Kan schending of verkeerde toepassing van een octrooi grond voor cassatie opleveren?
HR 17-04-1936, ECLI:NL:HR:1936:185, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 april 1936
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, de Menthon Bake, Nypels, Servatius
- Zaaknummer
[17041936/NJ_1936-546]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- JCDI
JCDI:ADS153744:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1936:185, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑04‑1936
- Wetingang
(RO art. 99; Rijksoctrooiwet 1910 art. 30.)
Essentie
Philips tegen van Essen. Radiolampen. Beweerde inbreuk op octrooi n°. 13405: Rooster voor een electrisch ontladingstoestel, met dit kenmerk, dat de rooster bestaat uit een raam, waarop dicht opeenliggende windingen zijn gewonden. Feitelijke beslissing van het Hof. Kan schending of verkeerde toepassing van een octrooi grond voor cassatie opleveren?
Samenvatting
Hof: Het gestelde levert niet op inbreuk op het octrooi. Het woord „raam" wijst op een samenhangend geheel en niet op één staafje noch op twee of meer niet met elkaar verbonden staafjes.
Hooge Raad: Een octrooi is niet eene wet in den zin van art. 99 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.