HR, 14-01-2014, nr. 12/04647
ECLI:NL:HR:2014:64
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14-01-2014
- Zaaknummer
12/04647
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2014:64, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑01‑2014; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2272, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2013:2272, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2013
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:64, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2014-0022
Uitspraak 14‑01‑2014
Inhoudsindicatie
Strafmotivering. De vaststelling dat verdachte blijkens een hem betreffend UJD, gedateerd 16 juli 2012, “reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen”, is niet zonder meer begrijpelijk aangezien voormeld UJD daarvoor geen steun biedt. De strafoplegging is daarom ontoereikend gemotiveerd.
Partij(en)
14 januari 2014
Strafkamer
nr. 12/04647
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 9 augustus 2012, nummer 22/001329-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor wat betreft de strafoplegging en in zoverre tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend Hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, met verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt over de strafmotivering.
2.2.
De verdachte is ter zake van "door het verschaffen van middelen en inlichtingen opzettelijk uitlokken van poging tot afpersing", gepleegd op 26 juni 2010, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren. De strafoplegging is onder meer als volgt gemotiveerd:
"Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 16 juli 2012, waaruit blijkt dat hij reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen."
2.3.
De vaststelling dat de verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 16 juli 2012, "reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen", is niet zonder meer begrijpelijk aangezien voormeld uittreksel daarvoor geen steun biedt. De strafoplegging is daarom ontoereikend gemotiveerd.
2.4.
Het middel is terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer W.F. Groos als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 januari 2014.
Conclusie 12‑11‑2013
Inhoudsindicatie
Strafmotivering. De vaststelling dat verdachte blijkens een hem betreffend UJD, gedateerd 16 juli 2012, “reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen”, is niet zonder meer begrijpelijk aangezien voormeld UJD daarvoor geen steun biedt. De strafoplegging is daarom ontoereikend gemotiveerd.
Nr. 12/04647 Zitting: 12 november 2013 | Mr. Vellinga Conclusie inzake: [verdachte] |
1. Verdachte is door het Gerechtshof te 's-Gravenhage wegens “Door het verschaffen van middelen en inlichtingen opzettelijk uitlokken van poging tot afpersing” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren.
2. Namens verdachte heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, één middel van cassatie voorgesteld.
3. Het middel houdt in dat het Hof bij de strafoplegging ten onrechte in aanmerking heeft genomen dat de verdachte blijkens het Uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 16 juli 2012 reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
4. Het bewezenverklaarde feit is gepleegd op 26 juni 2010. Het Hof heeft ter motivering van de opgelegde straf onder meer overwogen:
“Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 16 juli 2012, waaruit blijkt dat hij reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen.”
5. Genoemd uittreksel bevat wel onherroepelijke veroordelingen maar deze hebben betrekking op feiten gepleegd na 26 juni 2010 en dateren van na 26 juni 2010. Dit betekent dat de overweging van het Hof dat hij zich van het plegen van het onderhavige feit niet heeft laten weerhouden door eerdere veroordelingen niet begrijpelijk is.
6. Het middel slaagt.
7. Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen.
8. Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest voor wat betreft de strafoplegging en in zoverre tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend Hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, met verwerping van het beroep voor het overige.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG