Besluit beheer politiekorps BES
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
04-10-2010, Stb. 2010, 374 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Veiligheidswet BES (30-09-2010, Stb. 362).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Politierecht / Organisatie
1.
De korpsbeheerder politie draagt er zorg voor dat het politiekorps beschikt, onderscheidenlijk kan beschikken over ambtenaren die kunnen worden belast met het, ten behoeve van de recherchefunctie, verwerken van gegevens die noodzakelijk zijn voor de opsporing van misdrijven als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet politiegegevens.
2.
Het politiekorps beschikt, onderscheidenlijk kan beschikken over ambtenaren die kunnen worden belast met de uitvoering van een bevel tot observatie als bedoeld in artikel 177l van het Wetboek van Strafvordering BES.
3.
Het politiekorps beschikt, onderscheidenlijk kan beschikken over ambtenaren die kunnen worden belast met de uitvoering van een bevel tot infiltratie als bedoeld in artikel 177m, eerste of tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering BES en met de begeleiding van personen die op grond van artikel 177x, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering BES bijstand verlenen aan de opsporing. Daarnaast kunnen deze ambtenaren worden belast met de uitvoering van een bevel tot pseudo-koop of pseudo-dienstverlening als bedoeld in artikel 177n, eerste lid, of artikel 177w, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering BES en een bevel tot stelselmatige inwinning van informatie als bedoeld in artikel 177o, eerste lid, of artikel 177w, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering BES.
4.
Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Justitie kunnen regels worden gegeven over de taken en de uitvoering van de werkzaamheden van de ambtenaren, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.
5.
Met inachtneming van de regels, bedoeld in het vierde lid, kunnen bij regeling van Onze Minister regels worden gesteld over het beheer van het politiekorps, voor zover het betreft de ambtenaren, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid. Indien deze regels voorschriften bevatten die aan de organisatie van het politiekorps worden gesteld, worden zij gegeven door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie.